De Vissertjes
Pedagogische beleidsplan en visie van De Vissertjes
Pedagogische beleidsplan en visie van De Vissertjes
Het pedagogisch beleidsplan is opgesteld voor pedagogisch medewerk(st)ers en biedt houvast bij hun dagelijkse omgang met kinderen. Zo nodig kunnen medewerk(st)ers worden aangesproken op hun handelen. Ook informeert het de ouders van kinderen die het Kindcentrum bezoeken, of gaan bezoeken, over onze werkwijze en de omgang met de kinderen. Andere betrokkenen (bijvoorbeeld de gemeente, GGD) kunnen ook inzicht krijgen in onze pedagogische werkwijze.
Een veilige en stimulerende omgeving is een voorwaarde voor een gezonde en goede ontwikkeling van het kind. De inbreng van zowel het kind als de pedagogisch medewerkers staan hierbij centraal. Bij de Vissertjes vinden we het van belang dat er uit een kind een mens groeit, dat eerlijk is en respect toont voor zichzelf, voor de ander en zijn omgeving. Ook vinden wij het erg belangrijk om te kijken naar de behoeften van het kind zelf. Het kindcentrum biedt opvang aan kinderen van 0 tot 12 jaar en is gevestigd aan de Rijksweg 51 te Groningen. We werken met een verticale groep. Dit houdt in dat kinderen van verschillende leeftijden bij elkaar zijn. De vier pedagogische opvoedingsdoelen die in de Wet kinderopvang genoemd worden, zijn uitgangspunt bij het opstellen van dit pedagogisch beleidsplan. In bijlage 2 staan regels geformuleerd hoe we met elkaar omgaan.
2.1 De vier pedagogische basisdoelen zijn:
A. het aanbieden van een gevoel van emotionele veiligheid
B. het bieden van gelegenheid tot het ontwikkelen van persoonlijke competentie
C. het bieden van gelegenheid tot het ontwikkelen van sociale competentie
D. het bieden van de kans om zich waarden en normen eigen te maken
A. Emotionele veiligheid
Het bieden van emotionele en fysieke veiligheid en geborgenheid is een belangrijke basis voor kinderen om zich goed te kunnen ontwikkelen. Wij vinden het belangrijk dat elk kind gezien wordt. Dat elk kind zich geaccepteerd en gerespecteerd voelt. Dat het kind het naar zijn zin heeft en zich prettig voelt. Wij vinden dat wij goed moeten kunnen luisteren en kijken naar de kinderen. zodat wij goed kunnen in spelen op zijn of haar behoeften. Onze opvang draagt er zorg voor dat de binnen-en buitenruimtes en speelmaterialen veilig en schoon en uitdagend zijn, en dat er gezonde en veelal biologische voeding en voldoende beweging wordt geboden voor alle kinderen (denk aan peutergym, dansen op muziek of buiten spelen).
Voorafgaande aan de start van de opvang maken we graag kennis met jullie als ouders. De pedagogisch medewerker die tevens de mentor van jullie kind wordt hoort graag van jullie wat jullie kind nodig heeft, wat de vaste rituelen zijn en wat jullie wensen en verwachtingen zijn omtrent de opvang. Dit geeft onze medewerkers een goede start en een veilige basis voor jullie kind
In onze opvang werken we met verticale groepen in leeftijd van 0-4 jaar. Dit zorgt voor een veilige basis, omdat de kinderen gedurende 4 jaar in dezelfde groep worden opgevangen. Dit noemen wij een stamgroep. Hierin zitten maximaal 16 kinderen in de leeftijd van 0-12 jaar. We werken met vaste gezichten en vaste pedagogisch medewerkers. Dit betekent dat baby’s tot 1 jaar maximaal twee vaste verzorgers hebben. Deze verzorgers hebben gedurende de dag contactmomenten met uw kind. Hierin wordt geknuffeld, gekletst en gelachen. Kinderen vanaf 1 jaar hebben maximaal 3-4 vaste verzorgers, afhankelijk van de groepsgrootte
Kinderen mogen hun emoties uiten. Blij zijn is leuk, maar boos en verdrietig horen er ook bij. Wij werken ook met plaatjes met emoties zodat de kinderen leren emoties te herkennen. Als een kind boos of verdrietig is dan gaan we samen even aan de grote tafel zitten en vragen we wat er gebeurd is. Dan proberen we samen een oplossing voor het probleem te zoeken. Als het kind het niet goed kan vertellen mag het ook een plaatje met een emotie aanwijzen zodat wij weten hoe het zich voelt. Deze plaatjes bieden wij aan zodra wij merken dat het niet goed weet hoe hij of zij zich voelt of iets wil vertellen of uitleggen.
Onze pedagogische medewerkers gaan op een sensitieve en responsieve manier met kinderen om. Dit houdt in dat we actief laten merken dat we een kind begrijpen en hier adequaat op reageren. Door middel van een open houding ervaart een kind dat hij bij ons terecht kan voor bijvoorbeeld een knuffel of een praatje. Door onze oprechte interesse, ons in te leven en door het maken van oogcontact tijdens het communiceren, ontstaat er verbinding en voelt een kind dat hij gehoord en gezien wordt. En doordat we emoties benoemen en erkennen, leert een kind woorden te geven aan gevoelens. Kinderen worden altijd van voren benaderd, zodat er niks onverwachts gebeurt.
Verder zullen wij de scheiding van thuis altijd zo goed mogelijk proberen op te vangen met een afscheidsritueel. Dag mama, even zwaaien voor het raam, en dan lekker spelen. Wij vragen de ouders om mee te werken met het afscheidsritueel. Als de ouders het moeilijk vinden om afscheid te nemen, dan sturen we zodra de tranen voorbij zijn een appje met een foto van het spelende kind. Meestal zijn de tranen voorbij zodra mama de deur uit is. Wij zijn een kleinschalige kinderopvang, met een vaste leidsters. Een kleinschalige opvang in een veilige omgeving, persoonlijk contact en de aanwezigheid van bekende groepsgenootjes dragen bij tot het verkrijgen van een veilig gevoel. Wij hebben verschillende afgeschermde speelhoekjes : de treinspoor en auto,s speelhoek, de bouwhoek, de huishoek, en een (voor) leeshoek.
Mobiele telefoons voor de pedagogisch medewerkers zijn alleen toegestaan voor noodgevallen en voor uitstapjes. Creatief bezig zijn, en Buiten spelen zijn onze activiteiten. Er is een grote tafel waaraan de kinderen eten en drinken, en waar ze aan kunnen knutselen of spelletjes kunnen doen. De Vissertjes heeft een eigen omheinde buitenspeelplaats met buitenspeelgoed waar we vaak te vinden zijn.
Er zijn regels en afspraken betreffende hygiëne en op het voorkomen van onverantwoorde risico’s. Binnen onze opvang hebben we een actueel veiligheids- en gezondheidsbeleid opgesteld. Pedagogisch medewerkers zien toe op de veiligheid van kinderen binnen en buiten tijdens het spelen met materialen en met elkaar. Medewerkers weten wat zij moeten doen wanneer een kind zich ziek voelt of als het een ongelukje heeft gehad
B. Persoonlijke competentie
Kinderen die zelfstandig en zelfredzaam (autonoom) zijn ervaren een gevoel van zelfvertrouwen. Dit draagt bij aan een positief zelfbeeld.
Voorbeeld: Zodra kinderen naar buiten gaan, laten we de kinderen zelf hun jas aantrekken, en zelf hun laarsjes aan doen als we naar de tuin gaan. We nemen de tijd om de kinderen het zelf te laten proberen. Mocht de rits niet lukken na meerdere pogingen, dan helpt de leidster even mee. Maar dan alleen maar het eerste stukje, de rest van de rits doet het kind alsnog zelf.
Een kind krijgt bij ons de mogelijkheid om zelf keuzes te maken en wordt positief gestimuleerd in zijn zelfstandigheid. Zo mag hij zoveel mogelijk zelf doen; zelfstandig eten, uit een beker drinken en zichzelf aan- en uitkleden. Door hem aan te moedigen het eerst zelf te proberen voordat hij ons om hulp vraagt, krijgt hij vertrouwen in zijn eigen kunnen. Indien nodig maken we de stapjes kleiner of doen het eerst een keer samen. Het proces is hierbij belangrijker dan het resultaat. Daarom reageren we enthousiast als een kind iets probeert. Tegen de tijd dat een kind er aan toe is, oefenen we met zindelijk worden. Ook laten wij helpen bij kleine huishoudelijke taken, zoals de tafel dekken en afruimen. Doordat wij laten merken dat we het fijn vinden dat een kind ons helpt, voelt hij zich gewaardeerd.
Op de groep zijn verschillende speelhoeken ingericht met passend spelmateriaal. Zo is er een keukentje, een poppenhoek, een auto/ bouwhoek en een leeshoek. Deze nodigen uit tot verschillend (rollen)spel. Aan een kind vragen we wat hij wil doen of in welke speelhoek hij wil spelen. Kinderen kunnen zelf het spelmateriaal na toestemming pakken en ontdekken wat je er mee kunt doen. Daarna ruimen ze ook het zelf weer op of leggen het weer in de kast waar het lag.
Kinderen worden uitgedaagd om eerst zelf te proberen iets op te lossen. Dit kan zowel het uitproberen van een nieuwe vaardigheid als het oplossen van een ruzie zijn. De pedagogisch medewerkster speelt hierbij een ondersteunende rol, door de kinderen aan te moedigen om iets te proberen of handreikingen te geven om een conflict op te lossen.
Baby’s Een baby kan in onze nabijheid zelf de omgeving verkennen. Zo kan hij zelf bepalen waar hij naar toe gaat en met welk speelgoed hij wil spelen. Tevens laten we hem verschillende smaken proeven en verschillend materiaal voelen. Dit stimuleert zijn zintuigen.
Tijdens de verzorgingsmomenten hebben we een één op één moment met een baby. Dit is een mooi interactiemoment waarin we met hem praten en onze handelingen benoemen.
C. Sociale competentie
Sociale interactie Door met elkaar te spelen, ontwikkelt een kind sociale vaardigheden. Bijvoorbeeld hoe je contact maakt met een ander en dat ieder kind een eigen wil heeft en eigen emoties ervaart. Een kind leert hierdoor om te gaan met anderen en met teleurstellingen, bijvoorbeeld als hij een keer niet mee mag spelen. Wij betrekken ieder kind bij de groep en helpen indien nodig op weg in sociale interactie. Bijvoorbeeld hoe je iets vriendelijk vraagt aan de ander, of hoe je op kan komen voor jezelf. Door de kinderen te stimuleren contact te leggen met andere kinderen en door zelf mee te spelen zorgen we voor onderlinge betrokkenheid. Soms kiezen we er bewust voor niets te doen en een kind het zelf te laten ontdekken. Hij leert zo te vertrouwen op zichzelf en kan indien nodig op ons terugvallen.
Samenspel Kinderen komen samen, bijvoorbeeld tijdens het eten en drinken en tijdens activiteiten. Dit zijn sociale momenten met aandacht voor elkaar. Doordat er ruimte is voor de inbreng van ieder kind wordt er geoefend met luisteren naar elkaar, elkaar laten uitpraten en op je beurt wachten
Het omgaan met andere leeftijdsgenootjes is een belangrijke manier om sociale competenties te ontwikkelen. Bijvoorbeeld om zich in een ander te kunnen verplaatsen, kunnen communiceren, het samenwerken, andere helpen, conflicten voorkomen en oplossen en het ontwikkelen van sociale verantwoordelijkheid. Ze leren daarmee aspecten als rekening houden met elkaar, elkaar helpen, luisteren naar elkaar en opkomen voor jezelf. We stimuleren de kinderen zoveel mogelijk zelf te doen.
Wanneer ze hulp nodig hebben, kunnen ze elkaar helpen of de pedagogisch medewerk(st)er vragen hen te helpen. We proberen de kinderen zoveel als mogelijk de fatsoensnormen bij te brengen. De pedagogisch medewerk(st)er beloont de kinderen met complimenten. Voorbeeld : Trekt een kind bijvoorbeeld alle puzzels uit de kast? Dan zeggen wij: “Wat leuk dat je wilt puzzelen, maar we pakken per keer maar 1 puzzel. Als je met deze klaar bent dan mag je een andere puzzel pakken.
Baby’s Tijdens het vrij spel brengen we baby’s met elkaar en bij de 0-3 groep ook met oudere kinderen in contact. Zo doen zij de eerste sociale ervaringen op. Deze momenten begeleiden we door te benoemen wat er gebeurt en zien toe op fysieke veiligheid in het contact. Oudere kinderen worden uitgenodigd om te helpen met het geven van bijvoorbeeld een fruithap of het geven van een speeltje aan een baby. Als we met elkaar aan tafel zitten is het mogelijk om een baby er op tafelhoogte bij te zetten.
D. Waarden en normen
De basis is respect Een kind maakt bij ons op de opvang kennis met waarden en normen als: luisteren naar elkaar, elkaar helpen, samen delen, elkaar niet pesten, op je beurt wachten. Wij leggen uit waarom dit belangrijk is en geven zelf het goede voorbeeld. De basis van alle waarden en normen die we willen overdragen aan kinderen is respect. Ieder kind wordt persoonlijk en positief benaderd. Zo gebruiken we positieve taal en benoemen welk gedrag wij verwachten. Bij onwenselijk gedrag wordt het gedrag besproken en niet de persoon. We benoemen welk gedrag wij zien en waarom dit niet gewenst is. Daarbij leggen we uit welk gedrag wel passend is in de situatie. Een conflict maken we bespreekbaar door te vragen wat er is gebeurd, te luisteren naar ieder kind en begrip te tonen voor gevoelens. Door dit te begeleiden vergroten we het begrip voor elkaar.
Het kindcentrum/kinderopvang wordt gezien als een aanvulling op de eigen gezinssituatie. Hier kan een kind in aanraking komen met andere aspecten en de diversiteit van onze samenleving. Zoals eerder genoemd bij emotionele veiligheid vinden wij Respect erg belangrijk. Een kind leert respect voor anderen en zijn omgeving te hebben als het zelf met respect behandeld wordt.
Naast respect voor anderen vinden wij het belangrijk dat kinderen leren omgaan met materialen en de omgeving (wereld) om ons heen. Van de kinderen wordt verwacht dat ze voorzichtig omgaan met het speelgoed van het Kindcentrum of van de andere kinderen en dat ze met respect omgaan met knutselwerken van andere kinderen. Wij willen kinderen leren met zorg om te gaan met de natuur ,dieren en het milieu en samen voor een schone, opgeruimde leefomgeving te zorgen. Onze voertaal is Nederlands.
2.2 De Basisgroep : KC De Vissertjes is een kleinschalig kinderopvang met één groep van maximaal 16 kinderen.
2.3 Het Kind Volg systeem.
In de kinderopvang moet er een systeem aanwezig zijn waarin de ontwikkeling van de kinderen wordt gevolgd en beschreven. Wij vragen uiteraard toestemming aan de ouders voordat we informatie doorspelen aan derden. Bijvoorbeeld wanneer wij het idee hebben dat de spraakontwikkeling achter loopt, dan zullen wij de ouders adviseren om eens contact op te nemen met een logopediste. Wij kunnen ook informatie doorgeven aan de basisschool wanneer het kind ons kindcentrum verlaat, maar ook daarvoor moeten de ouders eerst toestemming geven. Wij zullen wel zeggen dat het in het belang van het kind is dat er een goede overdracht is. Op dit moment gebruiken wij de methode : Kijk op ontwikkeling.
2.4 De Periodieke besprekingen
Wanneer het kind start op de opvang, dan hebben we na 3 maanden een evaluatie, en daarna 1 x per jaar. Mocht er een aanleiding zijn om vaker te overleggen dan is het uiteraard mogelijk om een afspraak te maken met de mentor.
⦁ Het Dagprogramma:
Wij zijn in open van 06.30 tot 18.30 uur.
Ochtend: 06.30 – 08.30 : De kinderen worden gebracht en er vindt overdracht plaats met de ouders/verzorgers. De ouders/verzorgers zorgen ervoor dat de jas/tas van hun kind wordt opgeborgen op de daarvoor bestemde plek ( kapstok/bakje) Er is gelegenheid tot vrij spelen en knuffelmoment voor de allerkleinsten. De kindjes die vroeg gebracht worden kunnen hier Ontbijten.
Rond de klok van 09.00, zijn alle kindjes binnen en wordt er gezamenlijk opgeruimd.
09.00u – 11.30: We beginnen met het wassen van de handjes en gaan aansluitend aan tafel voor het eten van vers fruit. We gaan allemaal in de kring en starten met de vaste liedjes, dansjes etc. We heten alle kindjes welkom! Er is tijd om kinderen hun verhaal te laten vertellen. Hierna vindt een verschoonronde plaats. We starten rond de klok van 09.45u allemaal samen een geplande activiteit. Verder is er tijd om te verven, plakken, kleien, tekenen of vrij te spelen. Op dit moment van de dag is er tevens buitenspel voor alle kindjes. We spelen buiten of maken een heerlijke wandeling.
11.30u – 12.00: Samen een boekje lezen kijken en aansluitend de handen wassen en samen aan tafel voor de lunch. De kinderen mogen meehelpen met het dekken van de tafel. (borden, vorken en bekers)
12.00u – 13.00: We ruimen samen de tafel af en wassen onze handen/gezicht. Er vindt een verschoonronde plaats en de kinderen die een middagdutje doen, mogen nog even vrij spelen en worden dan rustig klaargemaakt voor het slaapje.
Middag: 13.00 – 15.00: Rustperiode voor de hele groep. De muziek staat zachtjes aan i.v.m de middagslaapjes en er is extra tijd voor een aandachtmoment voor de kinderen die net gebracht zijn. Er is tijd om zelf een boekje te lezen, te puzzelen, tekenen en/of voorgelezen te worden. Tijdens dit rustmoment worden er bewust rustige activiteiten gedaan en is er ook extra tijd voor knuffelmomenten.
15.00 – 16.30: De kinderen worden weer wakker en worden uit bed gehaald ( uiterst 15.30). We gaan aan tafel. Alle kinderen krijgen iets te drinken en een gevarieerd tussendoortje. Verder is er dan nog fijn tijd om te tekenen of vrij te spelen. Op dit moment van de dag is er tevens weer mogelijkheid tot buitenspel voor alle kindjes. We spelen buiten of maken een heerlijke wandeling.
16.30u – 18.30 uur: Afsluiting van de dag vindt plaats in de kring of aan tafel. Even een korte terugblik op wat we de hele dag gedaan hebben. De kinderen krijgen allemaal nog de gelegenheid om iets te drinken en eventueel nog een klein tussendoortje. Er is nog tijd voor een verhaaltje, samen kletsen en/of een rustige activiteit. Kinderen worden tussendoor opgehaald en er vindt overdracht plaats met de ouders/verzorgers. Wij gaan er vanuit dat de warme maaltijd thuis genuttigd word.
4 Eten en drinken
De maaltijd tussen de middag wordt beschouwd als een gezellig moment van de dag waar dan ook alle tijd voor wordt genomen. Er wordt gewacht tot iedereen aanwezig is, er wordt een rustige en ontspannen sfeer gecreëerd en de onderlinge sociale contacten worden bevorderd. Zo wordt er met z’n allen de tafel gedekt en later weer samen afgeruimd. Ook is er tijdens de maaltijd uitgebreid tijd om stil te staan bij wat de kinderen die dag hebben gedaan of hebben meegemaakt.
KC De Vissertjes vindt het belangrijk dat kinderen gezond en gevarieerd eten. BIOLOGISCH… water, biologische limonade/melk/yoghurtdrink/thee. Er is altijd bruin brood. Daarnaast worden regelmatig lunch- extraatjes aangeboden, zoals een knakworstje, soep, pannenkoeken. De kinderen mogen zelf kiezen wat voor beleg ze willen, maar de eerste boterham moet hartig worden belegd. De kinderen worden zoveel mogelijk gestimuleerd zelf hun brood te smeren en netjes te eten Ze willen daarbij vaak niet voor elkaar onderdoen, dus goede tafelmanieren pikken ze spelenderwijs op. Er wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met eetgewoonten en wensen van ouders. Kinderen maken op die manier op een natuurlijke wijze kennis met ander eetgedrag, al dan niet ontstaan door een andere culturele achtergrond. Bij wensen die erg afwijken van hetgeen wat gebruikelijk is, wordt met ouders overlegd omtrent de aanschaf. Dit geldt tevens in geval van een dieet of een voedselallergie.
5 Activiteiten en inrichting ruimte
KC De Vissertjes biedt de kinderen (spel)materiaal aan dat past bij hun leeftijd en ontwikkeling. Uitgangspunt vormt Groen en Buiten spelen. Wij vinden het belangrijk dat kinderen een gezonde levensstijl ontwikkelen, beginnend met gezonde voeding, maar ook met voldoende lichaamsbeweging. Wij vinden dat kinderen iedere dag naar buiten moeten, weer of geen weer. Direct grenzend aan de opvanglocatie is een speelplein dat afgesloten kan worden. Er is een zandbak en het plein zelf is ook uitdagend ingericht voor kinderen om met buitenspeelgoed rond te rijden. Wij beschikken een schuurtje met buitenspeelgoed ( trekkers, skelters fietsjes). Daarnaast beschikken wij op het plein over een tuin waarin groente en fruit geteeld wordt.(in de zomer) Wij streven ernaar om de kinderen te prikkelen / experimenteren met allerlei soorten materialen, spel en speelgoed (ontdekken door voelen/horen/proeven en zien van verschillend materiaal).
Kinderen krijgen inspraak in de activiteiten die worden gepland. KC De Vissertjes staat open voor de ideeën van de kinderen en moedigen de kinderen aan een eigen idee te ontwikkelen. Kinderparticipatie bevordert de betrokkenheid van het kind bij het Kindcentrum, ze voelen zich meer verantwoordelijk voor de keuzes die gemaakt worden en dat houdt het geheel uitdagend. Als er actief naar de kinderen geluisterd wordt, vergroot dat hun zelfvertrouwen. Participatie stimuleert kinderen om zelf na te denken, het daagt ze uit om met elkaar en met volwassenen van gedachten te wisselen en te onderhandelen.
Bij het spelen hanteren de pedagogische medewerkers als uitgangspunt dat de kinderen netjes met de spullen om moeten gaan en elkaar in hun waarde moeten laten bij het samen spelen.
Naast het feit dat kinderen zelf mogen bepalen wat ze willen gaan doen en hoe lang ze daarmee bezig willen zijn, bieden de pedagogische medewerkers ook activiteiten aan. Dit gebeurt om uiteenlopende redenen. Ze kunnen bijvoorbeeld de zelfstandigheid bevorderen, materiaalkennis vergroten, de sociale omgang stimuleren, het gevoel van eigenwaarde versterken, rust in de groep brengen, de concentratie stimuleren, leren omgaan met winnen en verliezen, de saamhorigheid bevorderen of de motoriek verbeteren. Meestal speelt gezelligheid een grote rol tijdens deze activiteiten. In een goede sfeer ontwikkelen kinderen zich spelenderwijs. Activiteiten zijn nooit verplicht, maar worden wel gestimuleerd. De activiteiten die aangeboden worden kunnen per dag verschillen. Er is allerlei speelgoed aanwezig waar ieder kind mee mag spelen.
Alles is overzichtelijk en ruimtelijk in gericht. De ruimte is zodanig ingericht dat er verschillende “hoeken” aanwezig zijn. We hebben een vrij grote en lichte ruimte.
Er is een “huishoek” met een keukentje, poppen, wiegjes. Er zijn twee verkeerstapijten waar kinderen met auto’s kunnen spelen, of op kunnen bouwen met o.a. Duplo of blokken. We hebben tafels waaraan kinderen kunnen spelen of knutselen. We hebben in de hoek een bankstel staan waar we kunnen voorlezen, of waar de oudere kinderen zich terug kunnen trekken om een boekje te lezen (Zie ook bij persoonlijke competentie.) Wij houden met het aanbieden van het speelgoed rekening met de leeftijd van de kinderen. We hebben bijvoorbeeld “prikken” of kralen rijgen om de fijne motoriek te stimuleren bij de jonge kinderen. De boekjes van de jongste kinderen zijn met dikke bladen de boekjes voor de jongste kinderen liggen onderin zodat ze de boekjes zelf kunnen pakken. (na toesteming )Kinderen mogen zelf speelgoed uit de “open” kasten pakken. Wanneer zij materialen, puzzels of spelletjes uit de “dichte” spelletjeskast willen hebben moeten zij dit eerst vragen aan de pedagogisch medewerker of vrijwilliger. Zo zorgen wij ervoor dat spellen compleet blijven, en dat bijvoorbeeld puzzels aangeboden worden aan de kinderen die bij hun leeftijd passen. Op de opvang geldt dat kinderen het speelgoed waar zij mee gespeeld hebben, zélf op moeten ruimen. De jongste kinderen helpen we uiteraard even mee, van de oudste wordt verwacht dat ze zelf kunnen opruimen. Wanneer een kind zin heeft om iets anders te gaan doen, ruimt hij eerst het speelgoed of de materialen op waar hij mee bezig was, voordat hij iets nieuws gaat doen. Pedagogisch medewerkers willen kinderen ervan bewust maken dat zij zuinig moeten zijn op speelgoed, zéker als het van een ander is. Het opruimen van het speelgoed aan het einde van de dag vinden wij erg belangrijk. Wanneer speelgoed compleet is en op een ordelijke manier in de kast en in de daarvoor bestemde hoeken staat, daagt dit kinderen uit om er mee te gaan spelen. Daarbij komt dat pedagogisch medewerkers gelijk zien of al het speelgoed nog heel is en compleet. Wanneer een kind aan het einde van de middag opgehaald wordt, moet hij, voordat hij naar huis gaat, het speelgoed/materiaal opruimen waar hij op dat moment mee bezig is.
6 Veiligheid, Gezondheid en Hygiene
In de wet Innovatie Kwaliteit Kinderopvang (IKK) wordt gesteld dat kinderopvangorganisaties op 1 januari een veiligheids- en gezondheidsbeleid moeten hebben liggen, welke is goedgekeurd door de oudercommissie. Wij hebben een Veiligheids en Gezondheidsbeleid ingesteld welke inzichtelijk is voor zowel leidsters als ouders (is gepubliceerd in Portabase en op de website www.devissertjes.vpweb.nl).
Om kinderen een rustige slaapplaats te kunnen bieden hebben wij een aparte slaapkamer grenzend direct aan de ruimte, zodat we de kinderen wel in het oog kunnen houden terwijl ze rustig slapen.
7. Pedagogisch Coach
Vanaf januari 2020 is het verplicht dat iedere kinderopvangorganisatie een Pedagogisch Coach ter ondersteuning heeft. Elke beroepskracht moet jaarlijks coaching ontvangen, echter de hoeveelheid uren kan per medewerker verschillen. In totaal zijn we bij de Vissertjes 67 uur coaching nodig per jaar. Voor de functie van Pedagogisch Beleidsmedewerker 50 uur, en voor het Personeel 17 uur (lavida werkt 40 uur en er komt nog een tweede personeelslid er bij voor 40 uur per week). Voor het invullen van de functie van Pedagogisch Beleidsmedewerker en Pedagogisch coach is gekozen voor het inhuren van een externe kracht, namelijk Marian van Dijken van Kinderopvang de Veenborg. De bedoeling van coaching is om het beste uit iedereen naar boven te halen. Het is tweerichtingsverkeer, er moet van beide kanten input komen om tot een optimaal resultaat te komen. Als coach ben je vooral het hulpmiddel dat de vragen stelt zodat de gecoachte zelf kan ontdekken hoe zij zichzelf kan ontwikkelen, waar de belemmeringen liggen of waar juist het talent en de passie zit.
8 Kennismaken :
Voor nieuwe kinderen is de eerste keer naar het kindcentrum altijd een spannende dag. Wie zal er allemaal zijn? Kennen ze andere kinderen? Wie is de groepsleiding? Allemaal vragen die tijdens een kennismaking met het Kindcentrum beantwoord kunnen worden. Daarom kunnen u en uw kind voor dat de werkelijke opvang start, samen een kijkje komen nemen op het Kindcentrum. Wel vragen we u om vooraf even een afspraak hiervoor te maken. We houden dan rekening met uw komst. U en uw kind kunnen op zo’n middag alvast wat sfeer proeven op het Kindcentrum. Het beste kunt u een afspraak maken op de dag waarop uw kind ook daadwerkelijk zal komen.
9. Mentoraat :
Aangezien wij een kleinschalige kinderopvang zijn, zal de houder Lavida Visser ook het mentoraat van de kinderen op zich nemen. De mentor is het vaste aanspreekpunt voor ouders voor het signaleren van problemen en gesprekken voeren met opvoeders en instanties. Tenminste eens per jaar vindt er een gesprek met de ouders plaats over het welbevinden van het kind op het kindercentrum. Tijdens het kennismakingsgesprek en het tekenen van het contract is de mentor ook aanwezig zodat de ouders ook een “gezicht” bij de naam van hun mentor hebben.
10. Ouders en oudercommissie
Wij vinden een goed contact met de ouders tijdens het halen en brengen erg belangrijk. Het biedt de gelegenheid om over en weer belevenissen en bijzonderheden van het kind aan elkaar door te geven. De basis hiervoor ligt al bij het intakegesprek, daarom zorgen we ook dat we hier de tijd voor nemen. Voor de pedagogisch medewerk(st)ers is het belangrijk te weten hoe het thuis gaat; zij kunnen daar op inspelen. Ook over belangrijke veranderingen in de thuissituatie (bijvoorbeeld een broertje of zusje op komst, verhuizing, overlijden van familielid, of echtscheiding) worden pedagogisch medewerk(st)ers graag op de hoogte gebracht, omdat dit vaak voor de kinderen ingrijpende gebeurtenissen zijn. Momenteel is er nog geen oudercommissie. Wij zijn een kleine organisatie en de inspraak van ouders mag op een andere manier plaatsvinden. Wij organiseren daarom ieder jaar een bijeenkomst en een overleg om met de ouders de gang van zaken op het kindcentrum te bespreken. Wij denken eraan om dat ieder jaar voor de grote vakantie te organiseren.
11. Plaatsingsbeleid
Ieder kind van 1 - 12 jaar is in principe welkom bij KC De Vissertjes tenzij de begeleiding te zwaar is vanwege een handicap. Moeilijke kinderen kennen wij niet, wel kineren die tijdelijk of constant meer aandacht nodig hebben. Wij werken in de opvang met het programma Portabase. Portabase is één van de meest gebruikte administratiesystemen, en zij onderhouden ook goede relaties met bepalende partijen binnen de kinderopvang, zoals de Belastingdienst, DUO en de GGD. Portabase sluit ook goed aan op de wettelijke eisen die aan kinderopvangorganisaties worden gesteld. Ook voor het digitaal aanleveren aan de Belastingdienst maken wij gebruik van PortaBase.
12. Openingstijden
Er is een minimum plaatsing van één dagdeel per week. In de plaatsingsovereenkomst staan de dagen en tijden van opvang vermeldt. Wanneer het opvangrooster niet is ingevuld betreft het opvang op wisselende dagen en tijden. Ouders reserveren bij ons een plekje op basis van het gemiddeld aantal uren opvang dat ze per maand nodig hebben. Kinderen die op vaste uren en dagen opvang nodig hebben, reserveren deze plek automatisch vooruit. Gereserveerde uren zoals in het contract vermeld staan, dienen altijd betaald te worden; ook in geval van ziekte van het kind of een vrije dag/vakantie van de vraagouder. Halen en brengen op een ander moment dan afgesproken, is alleen in overleg mogelijk. Indien het kind door iemand anders opgehaald wordt, dienen de ouders dit van te voren door te geven.
13. Personeel :
Wij houden ons aan de voorschriften in de CAO kinderopvang met betrekking tot het aantal kinderen en de bijbehorende pedagogisch medewerkers. Kinderopvang de Vissertjes biedt ondersteuning op administratief en organisatorisch gebied. Naast de vaste Pedagogisch medewerkers maken wij gebruik van stagiaires om de pedagogisch medewerker te ondersteunen. De pedagogisch medewerker van de groep is verantwoordelijk voor de gang van zaken op de kinderopvang. Stagiaires staan altijd boventallig en worden niet meegenomen in het kind/pedagogisch medewerker ratio. Tijdens de openingstijden van de kinderopvang biedt de stagiaire ondersteuning door te helpen met het werk op de groep. De werkzaamheden kunnen bestaan uit: met de kinderen meespelen, samen knutselen, voorlezen aan een groepje kinderen, helpen bij het eten en drinken, helpen met de schoonmaak. De stagiaire draagt geen verantwoordelijkheid voor de groep, de eindverantwoordelijkheid ligt bij de pedagogisch medewerker. De overdracht naar de ouders is ook de verantwoordelijkheid van de pedagogisch medewerker. Stagiaires worden op vaste dagdelen ingezet, zodat ze een vast gezicht zijn voor de kinderen een de ouders. Begeleiding van de leerling/stagiaire: Lavida Visser heeft regelmatig contact met de school om de voortgang van de leerdoelen te bespreken.
13. Het vierogenprincipe betekent dat altijd een volwassene moet kunnen meekijken of meeluisteren bij een beroepskracht in de kinderopvang. Voor meer afspraken over het vierogen principe zie het Veiligheids en gezondheidsbeleid. Naast de vaste Pedagogisch medewerker maken wij gebruik van een vaste vrijwilliger of een stagiaire om de leidster te ondersteunen, en ook om het vier ogen principe toe te passen.
14. Groepsgrootte
Op dit moment vangen we maximaal aan 16 kinderen op in 1 stamgroep.
Wij mogen 3 uur per dag afwijken van het leidster-kind ratio. Op dit moment hebben we nog geen inzicht of we hiervan gebruik gaan maken. Zodra we gebruik maken van de drie-uurs regeling delen we dit mede aan de ouders, en passen we het pedagogische beleid aan.
15. Protocol Huiselijk geweld en Kindermishandeling
Binnen KC De Vissertjes dragen wij onze verantwoordelijkheid voor het signaleren van kindermishandeling en voor het ondernemen van actie na het signaleren. Wij werken met de Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling. Deze plaatsen wij op onze website, en is onder Downloads ook te vinden in ons informatiesysteem Portabase.
16 Privacy
Individuele ouders hebben recht op privacybescherming door zorgvuldige behandeling van alle (in vertrouwen) gegeven informatie. Ouders wordt toestemming gevraagd voordat we contact en/ of overleg hebben met derden die niet aan de opvang zijn verbonden (school, hulpverleende instanties e.d.). Er wordt door de pedagogisch medewerk(st)er geen vertrouwelijke informatie over kinderen en/of ouders aan andere kinderen, ouders en collega’s in de opvang gegeven.
17. Klachtenregeling
Klagen heeft vaak een negatieve bijklank. Dat is jammer, want een klacht hoeft niet te blijven steken in kritiek. Het kan juist aanleiding zijn om tot verbeteringen te komen. Een perfecte kinderopvang, waar nooit iemand kritiek heeft, bestaat niet. Kinderopvang is mensenwerk en iedereen maakt wel eens een fout. Hiermee is niet gezegd dat fouten door de vingers gezien moeten worden. Het is van groot belang dat kritiek op de juiste plaats terecht komt en serieus behandeld wordt. Als u een klacht heeft wees openhartig over uw ontevredenheid. Wij proberen vanuit onze verantwoordelijkheid een passende oplossing of maatregelen te treffen. Vaak helpt een goed gesprek al tot het komen van een oplossing. Gastouderbureau De Veenborg is namens KC De Vissertjes aangesloten bij de Geschillencommissie Kinderopvang https://www.degeschillencommissie.nl/over-ons/commissies/kinderopvang/
Het Klachtenreglement wordt gepubliceerd in Portabase.
De bijlagen
Bijlage 1 praktische afspraken
Algemeen
⦁ Knutselmateriaal mogen kinderen gebruiken als ze hiervoor aan de pedagogische medewerker toestemming hebben gevraagd.
⦁ Bij verven, de verf in bakjes aanbieden om overdreven geklieder te beperken.
⦁ Activiteiten zijn nooit verplicht.
⦁ Gemeenschappelijke gedeelde ruimtes worden extra goed opgeruimd en schoongehouden.
⦁ Om uitglijden te voorkomen worden natte/ vochtige/ gladde vloeren meteen schoon- & drooggemaakt.
⦁ Kinderen mogen geen geld of snoep meenemen naar de BSO.
⦁ Huisdieren zijn niet toegestaan. Dit i.v.m. eventuele allergische reacties van kinderen.
⦁ Medicijn mogen alleen gegeven worden als de ouders hiervoor het medicijnformulier hebben getekend.
Personeel
⦁ Er wordt tijdens aanwezigheid op de groep niet gebeld of ge-sms’t, alleen bij nood!
⦁ Er wordt elke dag in het logboek geschreven over hoe de dag is verlopen. Bijzondere gebeurtenissen zijn zeer essentieel in het logboek!
⦁ Bij ongevallen (ook kleine) wordt het registratieformulier ingevuld en in de map gedaan.
⦁ Bij het vervoeren van kinderen in een auto heeft de chauffeur een WA en een inzittendenverzekering.
⦁ Als een kind, om wat voor reden dan ook, is verhinderd om het Kindcentrum te bezoeken, laten de ouders dit van te voren aan KC De Vissertjes weten. Dit mag via voicemail, sms, app of per email.
⦁ Als het kind door iemand anders wordt opgehaald (buurvrouw, opa o.i.d.) dient men dit van tevoren mee te delen aan de leiding. De leiding mag een kind niet aan een “onbekende” meegeven. .
⦁ Verjaardagen worden gevierd. De eerst volgende dag dat het kind na zijn of haar verjaardag op het kincentrum is kan hij/zij trakteren en krijgt het kind een klein presentje.
Thema activiteiten
⦁ Tijdens verfactiviteiten altijd zorgen voor voldoende ventilatie. (werken altijd met verf op waterbasis)
⦁ Er wordt nooit gebruik gemaakt van spuitbussen of terpentine of andere schadelijke stoffen.
Gangen/hallen & andere ruimtes
⦁ Er wordt zo min mogelijk door het gebouw gelopen door de kinderen, alleen bij gebruik maken van de wc en als er naar buiten gelopen moet worden. Oudere kinderen mogen na vragen zelfstandig naar de wc.
Buitenbergruimte /buitenspelen
⦁ Onder toezicht van een pedagogische medewerker kunnen de kinderen buiten spelen.
⦁ Kinderen mogen alleen in onze omheinde buitenspeelplaats spelen.
⦁ Het is niet toegestaan om op de omheining te klimmen.
⦁ Altijd opletten of het buitenterrein schoon is. Bij zichtbaar vuil direct schoonmaken.
⦁ Als kinderen buiten spelen hebben ze genoeg beschermende kleding aan.
⦁ De kinderen lopen niet met een ontbloot boven lichaam buiten.
⦁ Tussen mei en september worden de kinderen met goed weer ingesmeerd met minimaal factor 20 en wij herhalen dit om de 2 uur. Bij warm weer geldt het protocol Warmte en Zon
⦁ Als er bij een bos in de buurt wordt gespeeld worden de kinderen altijd gecontroleerd op teken. Als er een teek wordt gevonden wordt deze direct verwijderd met de tekentang die in de EHBO kist zit. Daarna de wond desinfecteren. Noteren in het logboek welk kind wanneer een teek heeft gehad zodat we het kunnen terug vinden
⦁ Bij gebruik van gereedschap direct opruimen en opbergen.
⦁ Sluit de buitenbergruimte na gebruik af met een sleutel.
⦁ In de bergruimte komt alleen de pedagogisch medewerker.
⦁ Er wordt altijd eerst gevraagd of je naar de wc mag of wanneer je de bal wilt pakken.
Opruimen & schoonmaak
Dagelijks
⦁ Etenswaar wordt afgesloten en voorzien van datum opgeruimd.
⦁ Vloeren vegen en dweilen. (ook onder kasten en verwarming)
⦁ Tafels schoonmaken.
⦁ Dagelijks het toilet schoonmaken en de kraankoppen. ( wordt door de beheerder van het gebouw gedaan)
⦁ Elke dag vuilnisbakken legen en de vuilniszakken beneden naar de vuilcontainer brengen.
⦁ Iedere dag schoon vaatdoekje.
⦁ Iedere dag schone thee en handdoeken en als ze zichtbaar vuil zijn direct vervangen.
⦁ Als iets zichtbaar vies is direct schoonmaken.
⦁ Buiten ook zichtbaar vuil direct schoonmaken. (papier/sigaretten/uitwerpselen ongedierte)
⦁ Vensterbanken leeg en schoonmaken.
⦁ Alle speelgoed, boeken, kasten overzichtelijk opruimen en schoonmaken.
⦁ Dat wat kapot is mogelijk repareren & anders weg doen.
Periodiek:
⦁ Koelkast 1x in de 2 weken schoonmaken.
⦁ 1 keer in de 2 weken de vensterbanken & kasten goed reinigen.
⦁ Verkleedkleren worden maandelijks gewassen op 40c het langste programma. Als dit in contact is geweest met kinderen die ziek zijn worden deze extra gewassen.
⦁ Knuffels en stoffen speelgoed worden ook maandelijks gewassen op 40c en het langste wasprogramma. Als dit in contact is geweest met kinderen die ziek zijn, worden deze extra gewassen.
⦁ De elektriciteit snoeren checken en stopcontacten controleren.
Bijlage 2 Huisregels
Kind afspraken KC De Vissertjes
⦁ Doe elkaar geen pijn, ook niet met woorden.
⦁ Als je mee wilt spelen, vraag het even.
⦁ In KC De Vissertjes wordt niet gerend en geschreeuwd / rennen en wild doen mag buiten.
⦁ Als je naar de wc gaat, kom je dat even zeggen.
⦁ Na het plassen je handen wassen.
⦁ Als je materiaal wilt gebruiken vraag je het aan de leiding.
⦁ Als je klaar bent met spelen, ruim je de spullen op voor je iets anders gaat doen.
⦁ Buiten materiaal blijft buiten en binnen materiaal blijft binnen.
⦁ Voor het eten plassen en handen wassen.
⦁ We helpen elkaar, dus ook met opruimen.
⦁ Buiten lopen we 2 aan 2 en steken we over als de leiding zegt dat het mag.
⦁ Even zeggen als je naar huis gaat.
⦁ Regels bij binnenkomst:
⦁
- Jas en tas ophangen aan de kapstok
- Goedendag zeggen
- Handen wassen voor het eten en drinken.
- Rustig aan tafel blijven zitten totdat iedereen klaar is met eten of drinken
- Rustig praten niet schreeuwen
Tijdens het spelen:
- Opruimen voordat je aan iets anders begint
- Aardig zijn voor elkaar
- Probeer eerst ruzietjes zelf op te lossen
- Niet schreeuwen maar netjes praten
- De pedagogisch medewerk(st)ers gedag zeggen als je naar huis gaat
- Handen wassen na toilet bezoek.
De vissertjes werkt samen met pedagogisch coach Marian van Dijken
Invulling van de functie binnen de organisatie
Voor het invullen van de functie van Pedagogisch Beleidsmedewerker en Pedagogisch coach is gekozen voor het inhuren van een externe kracht. Ik ben Marian van Dijken en ik ben sinds 1 april 2006 werkzaam in de kinderopvang. Eerst als Directeur-eigenaar van Gastouderbureau de Veenborg. Daarnaast ben ik sinds 7 jaar directeur-eigenaar van BSO Kropswolde en sinds 2019 ben ik werkzaam als Pedagogisch Beleidsmedewerker en Coach bij verschillende kinderopvang organisaties.
Mijn visie als coach is om samen met de kinderopvang organisatie te werken om de kwaliteit van de opvang te verbeteren. Coaching is een middel om het beste uit iedereen naar boven te halen. Het is tweerichtingsverkeer, er moet van beide kanten input komen om tot een optimaal resultaat te komen. Als coach ben je vooral het hulpmiddel dat de vragen stelt zodat de gecoachte zelf kan ontdekken hoe zij zichzelf kan ontwikkelen, waar de belemmeringen liggen of waar juist het talent en de passie zit. Dat was én is soms zeker wel wennen voor mij. Zeker wanneer ik binnen mijn eigen team coaching geef, kan ik soms in mijn eigen valkuil van adviseren vallen. Wij hebben al een jarenlange succesvolle samenwerking achter de rug in de rol van gastouderbureau en gastouder, en nu groeien we samen naar een nieuwe samenwerking van coach en coachee. Ik weet zeker dat dit kinderdagverblijf een groot succes wordt!!
Inhoudsopgave
1 Inleiding
1.1 Introductie
2. Missie en visie
3. Grote risico’s
3.1 Voorbeelden van grote risico’s
4. Omgang met kleine risico’s
5. Risico-inventarisatie
6. Kinder EHBO
7. Beleidscyclus
7.1 Beleidscyclus
7.2 Plan van aanpak
7.2.1 Welke maatregelen worden genomen?
7.2.2 Hoe worden maatregelen geëvalueerd?
8. Communicatie en afstemming intern en extern
9. Ondersteuning en melding van klachten
Inleiding
De Wet Innovatie en kwaliteit Kinderopvang (IKK) is gebaseerd op vier pijlers. Dat zijn:
1. De ontwikkeling van het kind staat centraal
2. Veiligheid en gezondheid
3. Stabiliteit in de praktijk en meer ruimte voor pedagogisch maatwerk
4. Kinderopvang is een vak
Dit is het beleidsplan Veiligheid en Gezondheid van kinderdagverblijf De Vissertjes. Dit beleidsplan heeft als doel om voor de kinderen en medewerkers een zo veilig en gezond mogelijke werk, speel en leefomgeving te bieden waarbij kinderen beschermd worden tegen risico’s met ernstige gevolgen en leren omgaan met kleine risico’s. Dit beleidsplan is geldig vanaf 1 februari 2021 en wordt ieder jaar geëvalueerd en zo nodig aangepast. Dit beleidsplan komt ook in teamvergaderingen naar voren zodat het actueel blijft en we het beleid op een goede manier blijven uitdragen.
Missie en Visie
Kinderdagverblijf De Vissertjes staat voor kleinschalige kinderopvang waarin we een belangrijke bijdrage leveren aan de ontwikkeling, opvoeding en verzorging van kinderen in de leeftijd van 0-12 jaar. Het blijven uitdagen van kinderen en het leren omgaan met verschillende soorten situaties vormen daarvan een belangrijk onderdeel. Een veilige en gezonde leef-en speelomgeving vormt de basis van dit alles.
De belangrijkste aandachtspunten binnen het vormgeven van het beleid zijn:
- Het bewustzijn van mogelijke risico’s
- Het voeren van een goed beleid op grote risico’s
- Het gesprek hierover aangaan met elkaar en met de externe betrokkenen.
3 Grote risico’s
3.1 Voorbeelden van grote risico’s
In dit hoofdstuk beschrijven we de belangrijkste grote risico’s die op onze locatie kunnen leiden tot
ernstige ongevallen, incidenten of gezondheidsproblemen. We hebben de risico’s onderverdeeld in
drie categorieën; fysieke veiligheid, sociale veiligheid en gezondheid. Per categorie hebben we
maximaal 5 belangrijke risico’s benoemd met de daarbij behorende maatregelen die zijn, of worden
genomen om het risico tot een minimum te beperken.
Fysieke veiligheid
1. Vallen van hoogte:
Bij hoogte denken we aan: vallen uit een stoel/ bank, vallen uit een box of bed, vallen van de
trap buiten, ergens op klimmen dat daarvoor niet bedoeld is en dan vallen, vallen van de vensterbank, tafel)
Maatregelen:
- kinderen onder 1,5 jaar zitten onder toezicht en altijd in een kinderstoel.
-Zodra een kind niet meer in de kinderstoel past, wordt er geoefend in het van en op de bank aan tafel klimmen, kinderen zitten onder toezicht aan tafel, er zitten niet teveel kinderen tegelijk of te
dicht op elkaar op een bank.
-zodra baby’s gaan tijgeren of zitten worden ze alleen nog in de lage box gelegd, dit wordt
ook schriftelijk aan elkaar overgedragen in het overdracht schrift.
-tijdens het buitenspelen is er een collega in de buurt van de trap.
2. Verstikking:
Jonge kinderen hebben vaak de neiging om van alles in hun mond te stoppen, dit kan de kans
op verstikking vergroten.
Maatregelen:
-Kinderen op hun ontwikkeling afgestemde voeding aanbieden. Hierover wordt veelvuldig
met ouders en collega’s gecommuniceerd.
-Kinderen eten altijd onder toezicht!
- Het speelgoed wordt bij het wekelijkse schoonmaken gecontroleerd; kapot speelgoed
wordt weggegooid.
- speelgoed met kleine onderdelen zoals kraaltjes of poppenhuisspullen staan op een voor
kinderen onbereikbare plek. De PM-ers kunnen het pakken en kinderen hiermee onder
toezicht laten spelen.
3. Vergiftiging:
Vaak zonder het te weten, maken we gebruik van allerlei spullen die giftig zijn als ze
doorgeslikt worden. medicijnen, cosmetica, sigaretten, schoonmaakspullen)
Maatregelen:
- De PM-ers bewaren hun tassen in een hoge afgesloten kast.
-Schoonmaakmiddelen staan op een voor kinderen onbereikbare plek; kastjes op slot en
aangemaakt schoonmaakmiddel voor de commodes staan hoog.
-in de nieuwsbrief en mondeling ouders erop wijzen dat ze hun tas in de gang op de hoge
kapstok, in de groep op een hoge plek, of anders bij zich moeten houden.
- collega’s er in de teamvergadering op attenderen dat ze de spuitfles om de commode of
tafel mee schoon te maken niet op een bereikbare plek laten staan.
4. Verbranding:
maatregelen:
-we hebben duidelijke afspraken over het drinken van thee en koffie: de bekers staan hoog,
koffie of thee wordt NOOIT gedronken met een kind op schoot. Laat koffie of thee afkoelen
voor je gaat drinken, drink geen koffie of thee als kinderen om je heen rennen.
-er is een protocol speciaal voor het voorkomen van verbranding door de zon, zie bijlage 1
-de waterkoker, koffieapparaat en oven staan hoog en in de keuken. Kinderen mogen niet bij de keuken komen.
te nemen maatregelen:Hekwerk ervoor langs.
-de verwarming in de slaapkamer en in de gang is niet beveiligd. Dit moet gebeuren zodat
alle radiatoren afgeschermd zijn en niet kunnen worden aangeraakt.
5. Verdrinking:
de tuin is afgesloten en er is geen water in de buurt. In de zomer bij zeer mooi weer vullen
we soms een badje met water. Hoewel er maar een klein laagje water in gaat is hier een
risico aan verbonden.
Maatregelen:
-Kinderen zijn nooit zonder toezicht buiten als er water in het badje is.
-tenminste één collega blijf TEN ALLE TIJDE bij het bad staan. Zodra dit niet meer gaat omdat
ze bijvoorbeeld ouders moet binnen laten, wordt het bad geleegd.
Sociale veiligheid
Ten aanzien van sociale veiligheid hebben we de volgende risico’s gedefinieerd als grote risico’s:
1. Grensoverschrijdend gedrag:
Grensoverschrijdend gedrag door volwassen of door kinderen kan een enorme impact
hebben op het welbevinden van het getroffen kind.
Maatregelen
-Tijdens vergaderingen wordt er regelmatig besproken dat het erg belangrijk is om een open
aanspreek cultuur te hebben, zodat medewerkers elkaar kunnen aanspreken op gedrag en/of
werkwijze.
-In het pedagogisch beleidsplan hebben we opgenomen dat de kinderen die bij DE Vissertjes komen wordt geleerd hoe je met elkaar omgaat en de respect hebt voor normen en
waarden. Zo weten kinderen wat er gepast en niet gepast gedrag is. Belangrijk hierbij is
vooral het geven van het goede voorbeeld. Op welke manier praten pm’ers met elkaar, met
kinderen en met ouders. Maar ook het respecteren van grenzen van de ander. Omdat een
deel van ons werk bestaat uit fysieke verzorging, en omdat de leeftijd van onze doelgroep zo
laag is en hiermee een duidelijk verschil is in mate van controle over situaties is het zeer
belangrijk dat PM’ers goed kijken naar signalen van de kinderen en hierop anticiperen. Wil
dit kind aangeraakt worden? Concrete voorbeelden: Kinderen worden nooit gedwongen om
bij het afscheid een kus of knuffel te geven, gewoon gedag zeggen of zwaaien is ook goed.
-We maken er geen ingewikkeld gedoe van als kinderen moeten omkleden omdat ze
bijvoorbeeld een plas ongelukje hebben gehad. Het is niet erg als kinderen elkaar zien.
Verder hebben we afgesproken dat kinderen niet bloot zijn. Als we met mooi weer in het
badje spelen dragen kinderen altijd zwemkleding of zwemluier.
-We leren de kinderen dat het belangrijk is dat ze het direct aangeven als ze bepaald gedrag
ervaren wat niet wenselijk is. We helpen ze mondiger te maken op momenten dat dit nodig
is.
De volgende maatregelen worden genomen om grensoverschrijdend gedrag te voorkomen:
Alle medewerkers zijn in het bezit van een Verklaring Omtrent Gedrag VOG) en staan ingeschreven in het Personenregister Kinderopvang.
We werken met een vierogenbeleid
Medewerkers kennen het vierogenbeleid
Er zijn duidelijke afspraken hoe er gehandeld moet worden als een kind een ander kind bij de Vissertjes slaat, knijpt of bijt
We werken met de Meldcode Kindermishandeling
Medewerkers kennen het protocol wat te doen als kindermishandeling wordt vermoed.
Vierogenprincipe
Bij de Vissertjes is het zo geregeld dat een pedagogisch medewerker, pedagogisch medewerker in
opleiding, stagiair, vrijwilliger of andere volwassene zijn of haar werkzaamheden alleen kan uitvoeren
terwijl hij of zij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. Wij
hebben we in de slaapkamer een babyfoon waardoor je mee kunt luisteren als je collega in de slaapkamer is.
3. Vermissing:
Maatregelen:
-De deur en de buitendeur en de poort van de tuin wordt pas door een medewerker geopend als gemeld is wie er staat. Kinderen kunnen deze deuren niet zelf openen.
-Op de presentielijst wordt bijgehouden welke kinderen aanwezig zijn. Zodra iemand wordt
gebracht of opgehaald wordt dit op de lijst aangepast. Zo is altijd duidelijk welke kinderen
aanwezig zijn.
-kinderen worden alleen meegegeven aan een ander dan de eigen ouder als de ouder hier
vooraf schriftelijk toestemming voor heeft gegeven.
4. Pesten, zie pestprotocol in bijlage 3.
5. Protocol Uitstapjes, zie bijlage 5.
Gezondheid
Grote risico’s
Kleine risico’s
Op dit moment hebben we, ten aanzien van gezondheid geen risico’s gedefinieerd als grote risico’s.
Voor de kleine risico’s zie de risico-inventarisatie Gezondheid
4 Omgang met kleine risico’s
Onze missie is om de kinderen bij de Vissertjes een zo veilig en gezond mogelijke opvang te bieden. Hierbij willen we ongelukken of ziekte als gevolg van bijvoorbeeld niet schoon of kapot speelgoed
voorkomen. Maar we kunnen niet alle risico’s uitsluiten en voorkomen. Daarom beschermen we
kinderen tegen onaanvaardbare risico’s. We aanvaarden bij ons kinderdagverblijf de risico’s die slechts kleine gevolgen kunnen hebben voor de kinderen en leren ze hier op een juiste manier mee om te gaan. Om risicovolle spelsituaties veilig te houden moeten kinderen zich daarom tijdens spelsituaties of activiteiten houden aan de afspraken die we gemaakt hebben. Daarnaast zijn er afspraken over hoe om te gaan met spullen als speelgoed en gereedschap, dit om te voorkomen dat door oneigenlijk gebruik letsel kan ontstaan. Om gezondheidsrisico’s te beperken en kinderen hieraan zelf bij te laten dragen zijn daarom goede
afspraken met kinderen noodzakelijk. Voorbeelden van afspraken zijn handen wassen na het
gebruiken van het toilet of het houden van een hand voor je mond als je moet niezen.
De afspraken die we gemaakt hebben zijn te vinden in de bijlage van onze risico-inventarisatie. De
afspraken worden met regelmaat met de kinderen besproken en herhaald.
BIJLAGE 4 PROTOCOL MEDICATIE
5 Risico-inventarisatie
In februari 2021 hebben we de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid uitgevoerd. Aan de
hand van deze inventarisatie hebben we de risico’s op onze locatie in kaart gebracht.
6 EHBO regeling
Bij De Vissertjes doen we er alles aan om te voorkomen dat een kind letsel oploopt als gevolg van een ongelukje). Toch is dit helaas niet helemaal te voorkomen. Daarnaast kunnen er ook calamiteiten
zich voordoen, waardoor EHBO noodzakelijk is. Bij De Vissertjes zijn al de medewerkers in het bezit van een geldig kinder EHBO diploma van het Rode Kruis. De EHBO wordt jaarlijks herhaald zodat alle certificaten geldig blijven. Daarnaast zal ik zo spoedig mogelijk een BHV cursus volgen om ook in geval van calamiteiten zo goed mogelijk te kunnen handelen.
7 Beleidscyclus
7.1 Beleidscyclus
In februari 2021 starten we onze beleidscyclus door tijdens een teamoverleg te bepalen welke maatregelen er nodig zijn en in welke periode hieraan wordt gewerkt. Op basis van de uitkomsten hiervan maken we een acteplan en een jaarplan op. De voortgang van beide plannen wordt regelmatig geëvalueerd bij teamoverleggen. Op basis van de evaluaties wordt het beleidsplan
Veiligheid en Gezondheid bijgesteld.
7.2 Plan van aanpak
7.2.1 Welke maatregelen worden genomen?
Het huidige plan van aanpak is gebaseerd op de risico-inventarisatie Veiligheid en Gezondheid van
februari 2021..
7.2.2 Hoe worden maatregelen geëvalueerd?
Om te bepalen of de genomen acties en maatregelen ertoe hebben geleid dat er een veiligere en
gezondere opvang kan worden geboden evalueren we elk teamoverleg. Deze vinden 6 keer per jaar
plaats. Indien een maatregel of acte een positief effect heef gehad wordt het Veiligheids- en
Gezondheidsbeleid erop aangepast.
8 Communicatie en afstemming intern en extern
We vinden het belangrijk dat medewerkers en ouders zich betrokken voelen bij het Veiligheids- en
Gezondheidsbeleid. Wanneer het beleidsplan voor Veiligheid en Gezondheid wordt opgesteld of
bijgesteld, spelen zij dan ook allen een actieve rol hierin.
Tijdens team overleggen is het bespreken van mogelijke Veiligheids en Gezondheidsrisico’s een vast
agenda punt. Zo wordt het mogelijk zaken bespreekbaar te maken en direct bij te stellen.
Medewerkers worden hierdoor vertrouwd met het geven van feedback aan elkaar. Via de
tweemaandelijkse nieuwsbrief en via de website berichten we ouders over onze activiteiten
ten aanzien van veiligheid en gezondheid. Wanneer er vragen zijn van ouders worden deze zo
mogelijk ter plekke beantwoord. Wanneer deze vraag voor meerdere ouders belangrijk is, wordt
deze tevens in de nieuwsbrief opgenomen.
9 Ondersteuning en melding van klachten
Hoewel we ons uiterste best doen een helder en zorgvuldig beleid te voeren ten aanzien van
veiligheid en gezondheid, kan het altijd voorkomen dat een medewerker of een ouder een klacht
heeft. We staan open voor feedback en bespreken deze klacht het liefst direct met de medewerker
of ouder zelf om tot een oplossing te komen. Indien we er met de medewerker of ouder er op deze wijze niet uitkomen dan kan deze in het uiterste geval contact opnemen met de Geschillencommissie Kinderopvang waarbij wij zijn aangesloten. Zie bijlage 2, Klachtreglement
BIJLAGE 1 : Protocol warmte en zon
Doel:
Vermijden van fysieke problemen bij kinderen en medewerkers door extreme warmte of blootstellen aan teveel zonlicht.
Waarom?
Jonge kinderen kunnen niet goed zweten en zijn daardoor gevoeliger voor warmte; te warm slapen is zelfs een indicator voor wiegendood. Direct zonlicht tijdens de zomermaanden, zonder beschermende maatregelen leidt tot verbranding. Ook uitdroging van kinderen is een risico. Dit protocol zorgt ervoor dat er bij (extreme) warmte en zon voldoende maatregelen worden genomen om bovenstaande risico’s tot een minimum te beperken.
Uitgangspunt:
Als een kind naar het idee van de pedagogisch medewerkers opvallend ander gedrag vertoont dan andere leeftijdsgenootjes dan kunnen de pedagogisch medewerkers in overleg met de leidinggevende besluiten om het protocol signaleren te gaan starten. Dit houdt in dat het kind gedurende langere tijd extra wordt geobserveerd en er gekeken wordt naar de mogelijkheden om intern en extern advies te vragen. Dit wordt altijd gedaan in overleg en met toestemming van de ouders. Naar aanleiding van deze observaties en eventueel advies wordt dan een plan van aanpak opgesteld.
Wie is uitvoerend verantwoordelijk? Pedagogisch medewerkers
Wie is in de lijn eerst- verantwoordelijk? Managementteam en directie
Werkwijze:
Houdt de warmte buiten
Koel de binnenruimtes af
Voorkom dorst, uitdroging en oververhitting
Bescherm tegen de zon
Zorg voor voldoende beschermende kleding; hoedjes of petjes, witte T-shirts
Koel af door waterpret; sproeiers of spelen met water in teiltjes met bakjes
Zorg voor extra hygiëne; maak sanitaire ruimtes en de keuken dagelijks extra schoon; door het warme weer vermenigvuldigen bacteriën extra snel.
Let op de kappen van kinderwagens, daaronder loopt de temperatuur snel op, doe met warm weer de kap altijd naar beneden en plaats de kinderwagen uit de zon, voorzien van een extra parasolletje.
Laatste evaluatiedatum: 01-02-2021
Volgende evaluatiedatum: 01-02-2022
Werkinstructie warmte en zon
Deze werkinstructie wordt toegepast:
De binnentemperatuur hoger is dan 25° C, de buitentemperatuur hoger is dan 25° C, bij warm weer en zonneschijn.
Deze werkinstructie wordt uitgevoerd door:
Wees voorbereid op warm weer; zorg voor voldoende van de hieronder benodigde middelen; zonnebrandcrème, parasols, partytenten, teiltjes en bakjes, extra (kind gebonden) flessen en drinkbekers, (mobiele) airco’s en ventilatoren, petjes en witte T-shirts, badkleding voor de kinderen.
Werkinstructie:
1. Houdt de warmte buiten:
Laat de verlichting en andere warmtebronnen zoveel mogelijk uit.
Doe waar mogelijk ’s ochtends vroeg de zonneschermen naar beneden.
Lucht ’s ochtends vroeg en aan het einde van de dag, zodat de dwarsventilatie voor afkoeling zorgt.
2. Koel de binnenruimtes af:
Zet alle ventilatieroosters open.
Zorg voor dwarsventilatie.
Maak gebruik van (mobiele) airco’s en ventilatoren (wees alert op kind veiligheid en volg de instructies van de fabrikant op).
Op warme dagen laten we ‘s nachts de ventilatieroosters open.
3. Voorkom dorst en uitdroging
Biedt continu vocht aan (water, thee), liefst lauw, minimaal 1x per uur.
Biedt baby’s gelegenheid om naast hun flessen extra water te drinken.
Plan geen intensieve bewegingsactiviteiten.
4. Bescherm tegen de zon
Zorg dat er voldoende schaduw is om buiten in te spelen, door middel van bomen, partytenten en parasols.
Smeer alle kinderen zorgvuldig en regelmatig in met zonnebrandcrème factor 50.
5. Zorg voor voldoende beschermende kleding; hoedjes of petjes, witte T-shirts.
6. Koel af door waterpret; sproeiers of spelen met water in teiltjes met bakjes.
7. Zorg voor extra hygiëne; maak sanitaire ruimtes en de keuken dagelijks extra schoon; door het warme weer vermenigvuldigen bacteriën extra snel.
8. Let op de kappen van kinderwagens, daaronder loopt de temperatuur snel op, doe met warm weer de kap altijd naar beneden en plaats de kinderwagen uit de zon, voorzien van een extra parasolletje.
Let op! Is het veel te warm en lukt het niet om de (slaap) ruimtes onder de 30 ° C te krijgen, dan moeten er direct maatregelen genomen worden.
Mechanische ventilatie wordt in de hoogste stand gezet. Indien de temperatuur in de slaapkamer hoger is dan 18 graden Celsius; verwarming lager zetten, en/ of, deur en/ of raam openzetten (alleen als er wind op staat anders komt de warmte binnen) , en/of airco aanzetten. De pedagogisch medewerker controleert of de temperatuur binnen 30 minuten weer in orde is. Let op: de temperatuurverschillen mogen niet te groot zijn, als het buiten warmer is dan 25° C, dan mag het verschil niet meer dan 5° C.
Op het moment dat de hieronder beschreven situatie zich voordoet:
Het is binnen warmer dan 25° C, het is buiten warmer dan 25° C, er is sprake van warm weer of veel zon.
Jaarlijks: Het protocol, de werkinstructie en de formulieren worden geëvalueerd.
Laatste evaluatiedatum: 01-02-2021
Volgende evaluatiedatum: 01-02-2022
Bijlage 2 : Klachtreglement Kindcentrum De Vissertjes
Inleiding
KDV De Vissertjes heeft in het kader van de Wet kinderopvang een interne klachtenregeling opgesteld. Deze regeling beschrijft de werkwijze bij het behandelen en registreren van klachten van ouders. Bij voorkeur maken ouders/verzorgers een klacht eerst bespreekbaar bij de direct betrokkene. Leidt dit niet tot een bevredigende oplossing, dan kan een formele klacht ingediend worden bij Lavida Visser. Zij is te bereiken per email: [email protected] Een formele klacht wordt schriftelijk ingediend. Mocht interne klachtafhandeling niet leiden tot een bevredigende oplossing dan staat ouders de weg vrij naar informatie, advies en mediation bij de Geschillencommissie www.degeschillencommissie.nl
In sommige gevallen is het van belang de klacht rechtstreeks in te dienen bij de Geschillencommissie. Het reglement van de Geschillencommissie vindt u In Portabase, onder Downloads, Algemeen punt 3.
Definities
Organisatie:
KDV De Vissertjes
Medewerker:
De medewerker, werkzaam KDV De Vissertjes
Ouder:
Een natuurlijk persoon die gebruik maakt, gebruik wenst te maken of gebruik heeft gemaakt van de diensten van de kinderopvangorganisatie, voor de opvang van zijn - of haar kinderen.
Klager:
De ouder die een klacht indient
Klacht:
Schriftelijke uiting van ongenoegen.
Geschillencommissie:
Geschillencommissie Kinderopvang en Peuterspeelzalen, voor bindende geschillenafhandeling.
Schriftelijk:
Onder schriftelijk wordt ook ‘elektronisch’ verstaan, tenzij de wet zich daar tegen verzet.
Voortraject klacht
Als een ouder een klacht heeft gaat de organisatie er van uit dat deze zo spoedig mogelijk met de betrokkene besproken wordt. Het aanspreekpunt is daarmee in beginsel Lavida Visser.
Indienen klacht
Een klacht dient schriftelijk te worden ingediend De klacht dient binnen een redelijke termijn na ontstaan van de klacht ingediend te zijn, waarbij 2 maanden als redelijk wordt gezien. De klacht wordt voorzien van dagtekening, naam en adres van de klager, eventueel de naam van de medewerker op wie de klacht betrekking heeft, de locatie en de groep plus een omschrijving van de klacht.
Mocht de klacht een vermoeden van kindermishandeling betreffen, dan treedt de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling in werking. Deze klachtenprocedure wordt daarmee afgesloten.
Behandeling klacht
De Directeur draagt zorg voor de inhoudelijke behandeling en registratie van de klacht.
De Directeur bevestigt schriftelijk de ontvangst van de klacht aan de ouder.
De Directeur houdt de klager op de hoogte van de voortgang van de behandeling van de klacht.
Afhankelijk van de aard en inhoud van de klacht wordt een onderzoek ingesteld.
Indien de klacht gedragingen van een medewerker betreft, wordt deze medewerker in de gelegenheid gesteld mondeling of schriftelijk te reageren.
De Directeur bewaakt de procedure en termijn van afhandeling. De klacht wordt zo spoedig mogelijk afgehandeld, tenzij er omstandigheden zijn die dit belemmeren. In dat geval brengt De Directeur de klager hiervan zo spoedig mogelijk op de hoogte. De klacht wordt in ieder geval binnen een termijn van 6 weken afgehandeld.
De klager ontvangt een schriftelijk en gemotiveerd oordeel over de klacht, inclusief concrete termijnen waarbinnen eventuele maatregelen zullen zijn gerealiseerd.
Externe klachtafhandeling
Indien interne klachtafhandeling niet leidt tot een bevredigende oplossing of uitkomst, heeft de ouder de mogelijkheid zich te wenden tot de Geschillencommissie.
De ouder kan zich rechtstreeks wenden tot de Geschillencommissie indien van de ouder redelijkerwijs niet kan worden verlangd dat hij onder de gegeven omstandigheden een klacht bij de houder indient.
Ook als de klacht niet binnen zes weken tot afhandeling heeft geleid, kan de klacht worden voorgelegd aan de Geschillencommissie.
De klacht dient binnen 12 maanden, na het indienen van de klacht bij organisatie, aanhangig gemaakt te zijn bij de Geschillencommissie.
BIJLAGE 3 : Pestprotocol 2021
Dit pestprotocol heeft als doel dat alle kinderen zich veilig voelen op het kindcentrum, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen. Door regels en afspraken zichtbaar te maken kunnen kinderen en volwassenen, als er zich ongewenste situaties voordoen, elkaar aanspreken op deze regels en afspraken. Door elkaar te steunen en wederzijds respect te tonen stellen we alle kinderen in de gelegenheid om met veel plezier naar het kindcentrum te komen.
Pesten op het kindcentrum en hoe gaan wij er mee om?
Pesten komt helaas. Het is een probleem dat wij onder ogen zien en op het kindcentrum serieus willen aanpakken. Daar zijn echter wel een aantal voorwaarden aan verbonden;
1. Pesten moet als probleem worden gezien door alle betrokken partijen: het kindcentrum-kinderen (gepeste kinderen, pesters en de zwijgende groep), leidsters en de ouders/verzorgers (hierna te noemen ouders)
2. Het kindcentrum moet proberen pestproblemen te voorkomen. Los van het feit of pesten wel of niet aan de orde is, moet het onderwerp pesten met de kinderen bespreekbaar gemaakt worden, waarna er met hen regels worden vastgesteld.
3. Als pesten optreedt, moeten leidsters (in samenwerking met ouders) dat kunnen signaleren en een duidelijk standpunt innemen.
4. Wanneer pesten ondanks alle inspanningen toch weer de kop opsteekt, moet het kindcentrum beschikken over een directe aanpak.
5. In het jaarlijkse oudergesprek zal er duidelijk gevraagd worden hoe een kind zich voelt op het kindcentrum. Het is van belang om te weten of het kind zich veilig/ vertrouwd voelt binnen het kindcentrum groep.
Hoe willen wij daarmee omgaan?
Op het kindcentrum bespreken wij het onderwerp elk half jaar in het werkoverleg. Het voorbeeld van de leidsters is van groot belang. Er zal minder worden gepest in een klimaat waar duidelijkheid heerst over de omgang met elkaar, waar verschillen worden aanvaard en waar ruzies niet met geweld worden opgelost maar uitgesproken. Agressief gedrag van leidsters, ouders en kinderen wordt niet geaccepteerd. Leidsters horen een duidelijk standpunt in te nemen tegen dergelijke gedragingen. Een effectieve methode om pesten te stoppen of binnen de perken te houden is het afspreken van regels.
Signalen van pesterijen binnen de groep kunnen zijn;
1. Altijd een bijnaam, nooit bij de eigen naam noemen
2. Zogenaamd leuke opmerkingen maken over een kind
3. Een ander kind voortdurend ergens de schuld van geven
4. Beledigen/ uitdagen.
5. Opmerkingen maken over uiterlijk (kleding, haardracht, bril)
6. Isoleren/buiten sluiten
7. Bezittingen afpakken/vernielen
8. Schelden of schreeuwen tegen het slachtoffer
Signalen van een kind dat gepest wordt:
1. Kind wil niet meer naar het kindcentrum of is bang om naar het kindcentrum te gaan.
2. Kind wil niet meer naar buiten of blijft in de buurt van de leidsters
3. Kind klaagt regelmatig over buikpijn, hoofdpijn, etc.
4. Kind ontwikkelt onzindelijk gedrag uit angst/spanning
Regels voor op het kindcentrum.
1. Een belangrijke stelregel is dat het inschakelen van de leidster niet wordt opgevat als klikken. Vanaf de kleutergroep wordt dit bijgebracht door te zeggen: “Je mag niet klikken, maar als je wordt gepest of als je ruzie hebt met een ander en je komt er zelf niet uit, dan mag je hulp vragen bij de juf/meester/leidster.” Dit wordt niet gezien als klikken.
2. Een tweede stelregel is dat een kind ook de verantwoordelijkheid heeft om het pestprobleem bij de leidster aan te kaarten. Alle kinderen zijn immers verantwoordelijk voor een goede sfeer in de groep.
3. Samenwerken zonder bemoeienissen; Het kindcentrum en de ouders halen voordeel uit het een goede samenwerking en communicatie. Dit neemt niet weg dat iedere partij moet waken over haar eigen grenzen. Het is bijvoorbeeld niet de bedoeling dat ouders naar het kindcentrum komen om eigenhandig een probleem voor hun kind op te komen lossen, zonder dat het kind hiervan op de hoogte is. Dit kan het vertrouwen beschadigen. Bij problemen van pesten zal het kindcentrum hun verantwoordelijkheid (moeten) nemen en indien nodig overleg voeren met de ouders. De inbreng van de ouders blijft bij voorkeur beperkt tot het aanreiken van informatie, tot het geven van suggesties en tot het ondersteunen van de aanpak van het kindcentrum.
Basisregels op het kindcentrum
1. Doe niets bij een ander kind, wat jezelf ook niet prettig vindt.
2. Kom niet aan een ander als de ander dat niet wil.
3. We noemen elkaar bij de voornaam en gebruiken geen scheldwoorden.
4. Als je kwaad bent ga je niet slaan, schoppen, krabben. Je komt niet aan de ander. Probeer eerst samen te praten en als dat niet lukt, dan ga je naar de leidster toe.
5. Niet: zomaar klikken. Wel: aan de leidster vertellen als er iets gebeurd is wat je niet prettig of gevaarlijk vindt.
6. Vertel de leidster wanneer jezelf of iemand anders gepest wordt.
7. Blijft de pester doorgaan dan dat aan de leidster vertellen. Kinderen die pesten zitten zelf in de nesten!
8. Word je gepest praat er thuis ook over, je moet het niet geheim houden.
9. Uitlachen, roddelen en dingen afpakken of kinderen buitensluiten vinden we niet goed.
10. Niet aan de spullen van een ander zitten.
11. We luisteren naar elkaar.
12. Iemand niet op het uiterlijk (kleding, haar, bril) beoordelen.
13. Nieuwe kinderen willen we goed ontvangen en opvangen. Ze zijn ook welkom op ons kindcentrum.
14. Opzettelijk iemand pijn doen, opwachten buiten, achterna zitten om te pesten is beslist niet toegestaan.
Aanpak van de ruzies en pestgedrag in stappen
Wanneer kinderen ruzie met elkaar hebben en/of elkaar pesten proberen zij en wij:
1. ER EERST ZELF (en samen) UIT TE KOMEN Binnen de werkwijze wordt ruim aandacht geschonken aan de mogelijkheden die kinderen hebben om met elkaar en van elkaar te leren. De pedagogisch medewerker is daarom eerder terughoudend dan dat zij “er bovenop zitten”, ze proberen kinderen de ruimte te geven te bouwen aan hun identiteit, en ze besteden veel aandacht aan het bevestigen van belangrijke momenten. We denken dat begeleiden en bevestigen een positieve invloed heeft, meer dan bepalen en continu corrigeren. Dit neemt niet weg dat kinderen geconfronteerd worden met bepaalde grenzen: als pedagogisch medewerkers hebben zij de taak inzichtelijk te maken welke grenzen er zijn, en welke grenzen kinderen zelf kunnen stellen en welke consequenties het al dan niet overschrijden van grenzen heeft.
2. EEN VERHELDERINGSGESPREK Op het moment dat een van de kinderen er niet uitkomt, heeft deze het recht en de plicht het probleem aan de pedagogisch medewerker voor te leggen. De pedagogisch medewerker brengt de partijen bij elkaar voor een verhelderingsgesprek en probeert samen met hen de ruzie of pesterijen op te lossen en (nieuwe) afspraken te maken.
3. 1e GEBEURTENISFORMULIER Bij herhaling van pesterijen / ruzies dan wel ander ongewenst gedrag van een kind zal het gebeurtenisformulier moeten worden ingevuld. Het kind vertelt zelf aan de ouders dat hij/zij een gebeurtenis formulier heeft ingevuld. De pedagogisch medewerker neemt duidelijk stelling en houdt een bestraffend gesprek met het kind die pest /ruzie maakt. Hierin wordt duidelijk en aangegeven dat dergelijk gedrag niet wordt getolereerd.
4. 2e GEBEURTENISFORMULIER TER ONDERTEKENING AAN OUDERS Indien het kind zich dermate blijft misdragen door middels van pesten / ruzies en of ander ongewenst gedrag zal een 2e gebeurtenisformulier moeten worden ingevuld door het kind. Dit formulier zal worden meegegeven aan het kind ter ondertekening van de ouders. De ouders/ verzorgers zullen door de pedagogisch medewerker telefonisch/mondeling op de hoogte gesteld worden.
5. GESPREK OUDERS Indien er geen verandering optreedt in het gedrag van het kind zal er een gesprek plaatsvinden met de ouders/verzorgers. De medewerking van de ouders/verzorgers wordt nadrukkelijk gevraagd om een einde aan het probleem te maken. Kindcentrum westerbroek heeft al het mogelijke gedaan om een einde te maken aan het pestprobleem. Duidelijke afspraken met de ouders met hierin een tijdsafspraak dienen er gemaakt te worden. Eventueel kan deskundige hulp worden ingeschakeld.(bijv. het CJG)
6. SCHORSING In extreme gevallen kan een kind i.o.m. de directie geschorst of verwijderd worden van de opvang. “Het individuele kind mag niet lijden onder de groep, zoals een groep niet mag lijden onder een individueel kind”. NB. Omdat ieder “pestgeval” uniek is kunnen er nuanceverschillen optreden in de te volgen procedure
Toelichting gebeurtenisformulier
Het werken met een gebeurtenisformulier is onderdeel van dit beleid. Wanneer er binnen het kindcentrum conflicten/gebeurtenissen plaatsvinden, zal gevraagd worden aan het kind om een gebeurtenisformulier in te vullen. Hierin komt de toedracht en de rol van het kind in het pestprobleem naar voren. Daarnaast is het zo opgesteld dat het kind aan het nadenken wordt gezet over zijn rol/deelname in het geheel met daarin zijn gevoelens en redenen. Ook wordt het gebeurtenisformulier van de ruziemaker/pester bewaard. De gepeste of andere betrokkene kan gevraagd worden om ook een gebeurtenisformulier in te vullen. Op deze manier kan de pedagogisch medewerker een beter beeld krijgen van de situatie. Bij iedere formulier omschrijft de pedagogisch medewerker „de toedracht‟. Bij het tweede formulier worden de ouders/verzorgers op de hoogte gebracht door de pedagogisch medewerker van het ruzie-pestgedrag. Pedagogisch medewerker en ouders/verzorgers proberen in goed overleg samen te werken aan een bevredigende oplossing.
Hulp voor iedereen
• Hulp bieden aan het gepeste kind De pedagogisch medewerker neemt duidelijk stelling tegen pesten en geeft betrokkene aandacht. Na toestemming van ouders is overleg mogelijk met bijv. het CJG.
• Hulp bieden aan de pester Probleemoplossend gesprek: oorzaken opsporen; afspraken maken over gedragsverandering. Tevens zullen er controlerende afspraken gemaakt worden. Gesprekken voeren met de ouders.
• Hulp bieden aan de zwijgende partij. Het onderwerp in de kring bespreken. Het opstellen van afspraken/omgangsregels.
• Hulp bieden aan de pedagogisch medewerker De pedagogisch medewerker dient te worden voorzien van zoveel mogelijk informatie over signalen en achtergronden. De pedagogisch medewerker dient de beschikking te hebben over het pestprotocol. De pedagogisch medewerker kan de hulp inroepen van leidinggevende voor advies en ondersteuning.
• Hulp bieden aan de ouders Gesprekken met (alle) ouders, nadat een kind een probleem heeft of veroorzaakt heeft. Het houden van themadagen over pesten, eventueel in samenwerking met externe deskundigen. Het pesten eindigt niet zodra kinderen de school of het kindcentrum betreden of verlaten. Met alle scholen is er een samenwerking waar, indien nodig, het gedrag besproken wordt.
Wij vragen ouders om samen te werken zodat het pesten binnen het kindcentrum zoveel mogelijk de kop wordt ingedrukt. Dit kan door samen met hun zoon/dochter een gesprek te voeren over de omgang met andere kinderen tijdens het kindcentrum. Belangrijk hierin is dat het kind het meldt wanneer hij/zij gepest wordt maar ook gewezen wordt op de schade en gevolgen van het pesten.
BIJLAGE 4 PROTOCOL MEDICATIE VOOR KINDEREN
Bijlage 5 : Protocol Uitstapjes Kindcentrum De Vissertjes 2021
Voor u ligt het protocol uitstapjes. Deze is samengesteld om op een zo veilig mogelijke manier met de kinderen uitstapjes te kunnen ondernemen. Het geeft duidelijkheid aan wat we van onze pedagogische medewerkers verwachten en is tevens een leidraad voor de ouders, hoe we buiten het kinderdagverblijf met de veiligheid van hun kinderen omgaan.
Toestemming ouders. De ouders moeten door middel van een toestemmingsformulier toestemming geven voor het maken van uitstapjes.
Kleine uitstapjes. Deze uitstapjes ontstaan meestal spontaan zoals brieven naar de brievenbus brengen, naar het bos gaan, naar de Appelgaard of de Volkstuin, of een speeltuintje. Voor peuters die niet meer slapen, kan de dag doorbroken worden. Het is mooi weer en de pedagogisch medewerker wil de kinderen laten genieten in een andere omgeving als de bekende buitenspeelplaats. De groep is rumoerig en een klein uitstapje kan de sfeer doorbreken. Deze spontane uitstapjes worden met een beperkt aantal kinderen ondernomen en worden na afloop ook aan de ouders verteld.
Grote uitstapjes. Deze uitstapjes zijn van te voren voorbereid en aan ouders gemeld. Ook is hiervoor een draaiboek gemaakt. Als hierbij gebruik wordt gemaakt van autovervoer gelden er andere regels. Deze staan verder in dit protocol.
Algemene regels.
- Het aantal begeleiders is minimaal gelijk aan de Wet Kinderopvang: leidster –kind ratio.
- Ieder uitstapje wordt er opgeschreven welke kinderen er meegaan
- De begeleiding neemt een mobiele telefoon mee met alle telefoonnummers van ouders en noodnummers.
- De begeleiding zorgt voor een namenlijst met het aantal kinderen en blijft het aantal aanwezige kinderen met regelmaat controleren op aanwezigheid.
- De begeleiding heeft altijd een EHBO doos mee en zonnebrandcreme wanneer de zon erg fel schijnt
Calamiteit.
- Bij een calamiteit wordt naast 1e hulp, direct het kinderdagverblijf ingelicht om de nodige hulp te bieden.
- Kinderen worden zo snel mogelijk van de calamiteit verwijderd en opgevangen.
- De ouders worden direct over een calamiteit ingelicht.
Vervoer per auto.
- Alle pedagogisch medewerkers die kinderen vervoeren moeten in het bezit zijn van en autoverzekering inclusief schade inzittende verzekering.
- Alle kinderen onder de 1.35 cm dienen te worden vervoerd op een goedgekeurd autostoeltje.
- Alle kinderen en ook de pedagogisch medewerkers zijn verplicht om een gordel te dragen tijdens het vervoeren van de kinderen.
- Bij het gebruik van de gordels dient er op gelet te worden dat de gordel niet achter de ruggen van de kinderen langs gaan, maar voorlangs over de borstkas.
- De kinderen uit laten stappen op de stoep als dit mogelijk is.
- Het maximale aantal kinderen dat per auto vervoert mag worden, is afhankelijk van het aantal plaatsen die in de auto aanwezig zijn.
- Kinderen onder de 1.35 cm mogen alleen voorin op een stoeltje met een zitverhoger, als er achterin geen plaats meer is.
Vervoer per voet.
- De begeleiding geeft het goede voorbeeld van veilig gedrag in het verkeer en draagt zorg dat de kinderen gebruik maken van trottoirs, zebrapaden en de veiligste oversteekplaatsen.
- Kinderen lopen 2 aan 2.
- Kinderen die nog niet goed kunnen lopen worden in een bolderkar vervoerd.
- Steek de straat over zonder te rennen.
Vervoer per fiets.
- De pedagogisch medewerker zorgt ervoor dat de kinderen vast zitten in het stoeltje of de kar.
- De fiets moet jasbeschermers hebben.
- Indien je in het donker fietst, moet de fiets voorzien zijn van goede verlichting.
BIJLAGE 6 : Zieke kinderen NOG AANPASSEN IVM CORONA
Als team hebben we er begrip voor, dat het heel lastig kan zijn als uw kind ziek is en u moet werken. Toch is het noodzakelijk dat een kinderdagverblijf regels stelt ten aanzien van de opvang van zieke kinderen. In het algemeen kunt u ervan uitgaan dat het kinderdagverblijf er is voor gezonde kinderen en niet voor de verzorging van zieke kinderen. Een ziek kind vraagt (logischerwijs) speciale aandacht en verdient die ook. Voor ons is het in de groep met veel andere kinderen echter niet altijd mogelijk die extra aandacht te geven. Voor de leiding is het onbevredigend om zo te werken: je wilt wel maar je kunt niet veel. Daarom zijn er afspraken over het beleid van het kinderdagverblijf bij ziekte van het kind.
Wat doen we met zieke kinderen?
Als kinderen boven de 38 graden koorts hebben worden de ouders gebeld voor overleg. Dit geldt ook voor kinderen die niet lekker zijn en zich anders gedragen dan zij normaal doen. Pedagogisch medewerk(st)ers vragen zich hierbij de volgende dingen af:
- Speelt het kind zoals je van hem/haar gewend bent?
- Praat het kind zoals je van hem/haar gewend bent?
- Voelt het kind warm of juist heel koud aan?
- Huilt het kind vaker of langer dan anders?
- Gaat het kind naar de wc, hoe vaak en wat is het resultaat/hoe zien de luiers eruit?
1.2. Wanneer kunnen kinderen niet (meer) op de groep verblijven?
- Wanneer kinderen ’s ochtends voor komst naar kinderdagverblijf koorts hebben en/of ziek zijn, kunnen zij niet op het kinderdagverblijf komen, ook niet wanneer zij een paracetamol krijgen toegediend om de koorts te drukken.
- Wanneer kinderen een temperatuur hebben van 38,5 graden of hoger of vaker dan drie keer per uur moeten worden verschoond, worden de ouders gebeld met het verzoek hun kind op te komen halen.
- Wanneer zij de gezondheid van andere kinderen in gevaar brengen voelen wij ons ook genoodzaakt de ouders te vragen hun kind op te komen halen.
- Wanneer kinderen niet eten en/of drinken of alles meteen weer uitspugen.
1.3Wanneer wordt de huisarts ingeschakeld?
Als het kind het benauwd heeft, niet meer reageert als je hem/haar aanspreekt, plotseling hoge koorts heeft of last heeft van aanvallen wordt er meteen gehandeld door de pedagogisch medewerk(st)ers op de groep. Daarna wordt er in eerste instantie contact opgenomen met de huisarts indien dit nodig is. Het kan zo zijn dat de ouders dus pas gebeld worden als er als een pedagogisch medewerk(st)er onderweg is naar de huisarts met het kind. Indien de eigen huisarts niet in Hoogezand is gehuisvest en het na 8.00u ’s ochtends en voor 16.30u ’s middags is, bellen wij de huisartsenpost voor spoedgevallen. In alle andere gevallen wordt er naar de huisartsenpost gegaan.
1.4. Wanneer wordt de GGD ingeschakeld?
Als er op het kinderdagverblijf het vermoeden heerst dat we te maken hebben met besmettelijke ziektes, dan schakelen we de GGD in. Bij longontsteking en geelzucht wordt er bij een of meerdere gevallen in de groep meteen de GGD bijgehaald. Bij huiduitslag meer dan twee gevallen en schurft, als er meer dan drie gevallen zijn in dezelfde groep. Wanneer meer dan een derde van de groep een week lang klachten heeft van diarree wordt ook de GGD ingeschakeld.
1.5. Beleid bij besmettelijke ziekten
1.5.1. Regels LCI Deze informatie komt uit de informatiemap infectieziekte en hygiëne die is samengesteld door de LCI (Landelijke Coördinatiestructuur Infectieziektebestrijding).
1. Ouders melden besmettelijke ziekten van hun kind bij de leiding.
2. De leiding overlegt zo nodig met de GGD. De GGD wint met toestemming van de ouders eventueel informatie in bij de huisarts.
3. De GGD adviseert maatregelen afhankelijk van de ziekte.
4. Zieke kind niet toelaten vanwege risico voor overige kinderen, dit wordt ‘weren’ genoemd.
5. Zieke kind behandelen om verspreiding van ziekte tegen te gaan.
6. Ouders van andere kinderen informeren over de ziekte, zodat zij alert zijn op verschijnselen. Dit doen wij door briefjes op te hangen (alleen voor niet ernstige ziekten als waterpokken: ‘Er heerst waterpokken’) en ouders bij het brengen en/of halen van hun kind te informeren over de heersende ziekte. Bij bepaalde andere ziekten brengt de GGD een brief uit naar de ouders (bij bv. kinkhoest).
7. Overige kinderen vaccineren of uit voorzorg medicijnen geven. Of indien ouders zich hier prettig bij voelen mogen de kinderen thuis gehouden worden.
8. Vaak zijn er geen bijzondere maatregelen noodzakelijk.
9. Kind weer beter!
1.5.2. Waterpokken, krentenbaard en vijfde ziekte Waterpokken, krentenbaard en vijfde ziekte zijn ziektes die vaker voorkomen op een kinderdagverblijf. Daarom hanteren wij hier een duidelijk beleid in:
- Zodra er een geval van waterpokken of krentenbaard bekend is op de groep worden ouders hierover geïnformeerd door een briefje op de deur op te hangen: ‘Er heerst waterpokken /krentenbaard/vijfde ziekte’. Bij aangrenzende groepen die bijvoorbeeld gezamenlijke ruimtes delen worden dan ook briefjes opgehangen.
- Wanneer er zwangere ouders zijn (en dit is bij ons bekend) worden die mondeling nog extra geïnformeerd in verband met risico’s voor de ongeboren vrucht wanneer zij zelf nog niet beschermd zijn tegen waterpokken. Die zijn er wanneer een moeder zelf nog geen waterpokken heeft gehad en zich hier ook niet tegen heeft laten inenten voor de zwangerschap.
- Kinderen mogen gewoon naar het Kindcentrum komen mits;
* Ze geen koorts hebben (zie ‘Wanneer kunnen kinderen niet op de groep blijven.’)
* De blaasjes bedekt kunnen worden door kleding. Blaasjes kunnen namelijk springen en het vocht vergroot het besmettingsgevaar voor andere kinderen op de groep. Blaasjes op handen en in gezicht kunnen niet bedekt worden. Bij kinderen met blaasjes onder de kleding wordt bij verschonen en omkleden extra gezorgd voor een goede hygiëne.
- Waterpokken, krentenbaard en vijfde ziekte hoeven niet gemeld te worden aan de GGD. Dit is niet het beleid dat de GGD hanteert, maar wat het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) adviseert, namelijk: om het contact met blaasjes te vermijden.
1.6. Tips voor de ouders
• Zorg voor een reserve opvang en voor iemand die het kind eventueel kan halen als u daartoe niet zelf in staat bent.
• Zorg altijd dat in het kinderdagverblijf bekend is waar u overdag te bereiken bent of wie u kan bereiken.
• Zorg altijd dat er in het kinderdagverblijf de juiste telefoonnummers voorhanden zijn van de adressen waar u overdag bereikbaar bent.
• We stellen het op prijs als u het ons laat weten, wanneer u uw kind weer naar het kinderdagverblijf zult brengen.
• We bieden graag een kwalitatief goede opvang en hopen dan ook dat iedereen eraan meewerkt om onze regels rondom ziekte in acht te nemen.
Tijdelijke maatregelingen covid-19 regels
Tijdelijke maatregelingen covid-19 regels
Corona en kinderopvang.
Het is een vervelende tijd voor ons allemaal. Maar ook wij als kinderopvangorganisatie moeten en willen ons aan de maatregelen houden.
Hieronder brengen wij onze tijdelijke maatregelen onder de aandacht:
Bij brengen en halen van de kinderen graag tot aan de voordeur en de overdracht kort houden.
Om het iets makkelijker te maken werken wij met de beslisboom zoals hieronder afgebeeld. Zodat u ook kan zien of uw kindje wel of niet mag komen.
Met de beslisboom kan worden bepaald of een (verkouden) kind naar de kinderopvang mag.
De beslisboom is ook van toepassing op de noodopvang.
De beslisboom is een vertaling van de regels van het RIVM. Het RIVM heeft de beslisboom gecontroleerd en akkoord bevonden.
Corona en kinderopvang: informatie voor ouders
De kinderopvang (kinderdagopvang en BSO) en het basisonderwijs tijdelijk dicht. Er is noodopvang voor bepaalde groepen kinderen op de kinderopvang en op school. Ouders wordt gevraagd de rekening door te betalen. Zij krijgen hiervoor een tegemoetkoming die de eigen bijdrage benadert. Door de sluiting hoeft u uw kinderopvangtoeslag niet aan te passen. Alle ouders moeten er wel voor zorgen dat hun normale gegevens voor de kinderopvangtoeslag kloppen bij de Belastingdienst. Bijvoorbeeld hun contracturen of inkomen.
Noodopvang
Kinderopvangorganisaties en basisscholen bieden altijd noodopvang aan voor:
kinderen van wie één of beide ouders werken in een cruciale beroepsgroep;
kinderen voor wie vanwege bijzondere problematiek of een moeilijke thuissituatie maatwerk nodig is.
Kinderopvang dicht
De maatregel is erop gericht het aantal contactmomenten onder volwassenen te beperken en daarmee de verspreiding van het virus terug te dringen. Het uitgangspunt is dat iedereen zoveel mogelijk thuis blijft en thuis werkt. De sluiting van de kinderopvang draagt hieraan bij.
Kinderen met onderliggende medische problematiek lijken geen groter risico te lopen op een ernstig beloop van COVID-19 dan gezonde kinderen.
Als ouders twijfelen of hun kind naar de kinderopvang mag , is het verstandig te overleggen met de kinderopvangorganisatie.
Is een gezin in een risicogebied geweest? Dan blijft iedereen thuis (in quarantaine). Kinderen tot en met 12 jaar mogen wel naar de opvang, zolang zij geen klachten hebben.
Regels voor ouders die naar het buitenland zijn geweest
Ouders die terugkomen uit een land met een oranje of rood reisadvies vanwege corona, gaan in quarantaine. Zij moeten dus thuisblijven en mogen ook niet naar de kinderopvang komen. Voor eventueel brengen en halen van kinderen zullen ze anderen moeten vragen.
Kinderen testen op coronavirus
Heeft uw kind coronaklachten? Het hangt van de situatie af of uw kind een coronatest moet doen. Bijvoorbeeld de leeftijd van uw kind en hoe erg de klachten zijn.
Protocol voor de kinderopvang .
Het protocol voor de kinderopvang wordt regelmatig aangepast aan nieuwe ontwikkelingen of inzichten.
Klachten uitvoering protocol op mijn kinderopvang
Bij klachten over de uitvoering van het protocol Kinderopvang kunnen ouders contact opnemen met de kinderopvangorganisatie of met de oudercommissie. Elke kinderopvangorganisatie heeft een klachtenprotocol waarin staat hoe zij klachten behandelen.
(Ernstige) signalen, waarbij er een direct gevaar dreigt, kunnen ouders ook bij de lokale GGD neerleggen. GGD's voeren het toezicht op de kinderopvang uit.
Kosten kinderopvang en tegemoetkoming eigen bijdrage
Tegemoetkoming voor de eigen bijdrage
Alle ouders die gewoonlijk gebruik maken van kinderopvang en hun factuur ook nu volledig door blijven betalen, ontvangen een tegemoetkoming van de eigen bijdrage. Soms is de tegemoetkoming hoger of lager dan de betaalde eigen bijdrage. Dat komt onder andere omdat de tegemoetkoming is berekend met de maximale uurprijs. De tegemoetkoming geldt voor alle typen formele opvang. Ook ouders met cruciale beroepen ontvangen een tegemoetkoming. Zij kunnen wel gebruik maken van kinderopvang.
De voorwaarden van de tegemoetkoming zijn verschillend voor 3 groepen ouders:
1. Ouders die gebruik maken van kinderopvangtoeslag
Ouders die kinderopvangtoeslag krijgen voor de kosten van kinderopvang ( tot de maximum uurprijs zullen een tegemoetkoming ontvangen voor hun eigen bijdrage. Dit geldt voor alle formele opvang: kinderdagopvang, buitenschoolse opvang en gastouderopvang.
De Sociale Verzekeringsbank (SVB) zal (net als bij de sluiting in het afgelopen voorjaar ) de tegemoetkoming aan ouders uitbetalen. Ouders ontvangen deze tegemoetkoming automatisch op hun rekening en hoeven dit dus niet zelf aan te vragen. De datum hiervoor is nog niet bekend.
Gegevens Belastingdienst controleren
Door de sluiting hoeft u uw kinderopvangtoeslag niet aan te passen. Wel is het altijd belangrijk om uw kinderopvangtoeslaggegevens bij de Belastingdienst over uw normale gebruik actueel te houden. Bijvoorbeeld als het aantal uren in uw contract of uw inkomen verandert.
Factuur doorbetalen
U moet de factuur van de kinderopvang betalen, anders krijgt u geen toeslag meer Als ouders de factuur niet doorbetalen, vervalt voor de periode waar de factuur op ziet betrekking op heeft het recht op kinderopvangtoeslag. De toeslag wordt dan naar beneden bijgesteld.
2. Ouders die gebruik maken van een regeling gesubsidieerd door de gemeenten
Deze ouders krijgen een tegemoetkoming via de gemeenten (mogelijk via de kinderopvangaanbieder).
3. Ouders die zonder overheidsvergoeding gebruik maken van kinderopvang
Deze ouders krijgen ook een tegemoetkoming voor de kosten van kinderopvang tot de maximum uurprijs. Nieuwe informatie over deze regeling volgt zo spoedig mogelijk en zal op deze plek bekend worden.
Ik betaal de kinderopvang geheel zelf, zonder overheidsvergoeding en heb voor de sluiting in het voorjaar nog geen vergoeding ontvangen. Moet ik nu weer doorbetalen?
Ouders die de kosten voor kinderopvang geheel zelf dragen en afgelopen voorjaar de kosten van kinderopvang hebben doorbetaald, krijgen hiervoor nog een tegemoetkoming.
Door de sluiting van de kinderopvang vanaf 16 december is het voor de stabiliteit van het kinderopvangstelsel en het behouden van uw kinderopvangplek van belang om nu weer de kinderopvangfacturen door te betalen. Reden voor de tegemoetkoming is dat ouders geen gebruik kunnen maken van kinderopvang tijdens de sluiting, maar wel kosten maken. Ook voor deze periode krijgt men een tegemoetkoming.
Doorbetalen kinderopvang als kind vanaf 16 december verplicht thuis is
Betaal de gehele factuur voor opvang zoals u dat altijd doet. De meeste kinderopvangorganisaties factureren vooraf. Dat betekent dat u waarschijnlijk uw factuur voor de maand december al heeft betaald. Ook voor de periode in de maand januari vragen wij u de factuur te blijven betalen.
Een deel van de kosten voor kinderopvang bestaat uit een eigen bijdrage. U ontvangt een tegemoetkoming voor de eigen bijdrage tot de maximum uurprijs. Kijk hiervoor bij: 'Hoe gaat de overheid de eigen bijdrage van ouders voor de kinderopvang compenseren?'
Zoals altijd is het belangrijk om de gegevens actueel te houden. Wijzigingen die specifiek zijn op deze sluiting van de kinderopvang hoeft u niet door te geven.
Kinderopvang doorbetalen
Als u de kinderopvang of gastouderopvang doorbetaalt, behoudt u uw plek op de opvang als deze straks weer voor iedereen opengaat.
Als u de factuur gewoon doorbetaalt, dan hoeft u ook niets aan te passen in het portaal van de Belastingdienst/Toeslagen voor uw kinderopvangtoeslag. Zo houdt u recht op kinderopvangtoeslag en wordt deze door de Belastingdienst doorbetaald.
U ontvangt een tegemoetkoming voor de eigen bijdrage tot het maximum uurtarief. Reden voor de tegemoetkoming is dat ouders geen gebruik kunnen maken van kinderopvang tijdens de sluiting, maar wel kosten maken.
Doorbetalen opvang voor (flexibele) gastouderopvang
Voor gastouderopvang geldt op dit moment hetzelfde als voor kinderopvang (dagopvang en buitenschoolse opvang): betaal de gehele factuur voor opvang zoals u dat altijd doet. U hoeft niets aan te passen in portaal van de Belastingdienst/Toeslagen om kinderopvangtoeslag te behouden. Deze wordt doorbetaald. Als bijvoorbeeld uw inkomen wijzigt, moet u uw nieuwe inkomen doorgeven aan de Belastingdienst.
Sterke daling inkomen door coronacrisis of bijvoorbeeld geen inkomsten als zzp'er
Wanneer het inkomen wijzigt moeten ouders hun nieuwe inkomen doorgeven aan de Belastingdienst, zoals zij normaal ook zouden doen. De kinderopvangtoeslag is hoger bij een lager inkomen. Ouders zullen dan dus de kinderopvangtoeslag ontvangen die aansluit op hun actuele inkomen. Uw wijziging gaat in op de eerste dag van de volgende maand. Aanpassen kan via het portaal van de Belastingdienst/Toeslagen.
Bij werkloosheid geldt dat tot drie maanden na het verliezen van werk recht blijft bestaan op kinderopvangtoeslag. Ouders die hun werk verliezen, hoeven dus niet direct hun kind(eren) van de opvang te halen en de plek op de kinderopvang op te geven. Geef deze wijziging wel door via het portaal van de Belastingdienst/Toeslagen.
Contract opzeggen kinderdagopvang
Ja dat kan. Maar de overheid roept ouders op om hun facturen gewoon door te blijven betalen. Als u de factuur betaalt, behoudt u recht op kinderopvangtoeslag. De overheid betaalt die dan gewoon door en u krijgt een tegemoetkoming voor uw eigen bijdrage. Verder behoudt u uw plek op de kinderopvang. Als u zou stoppen met betalen of uw contract opzegt, verliest u uw plek op de kinderopvang en de kinderopvangtoeslag, terwijl u deze na de periode van sluiting waarschijnlijk weer nodig heeft. Als ouders blijven betalen en de overheid kinderopvangtoeslag blijft uitkeren, kunnen kinderopvangorganisaties voldoende aanbod blijven bieden en ouders in cruciale beroepen blijven werken.
Mocht u tóch besluiten om uw contract te beëindigen:
In uw contract met de kinderopvangorganisatie staat hoe en op welke termijn u uw overeenkomst kunt beëindigen.
Als u uw contract opzegt, vervalt uw recht op kinderopvangtoeslag.
Geef deze wijziging door via het portaal van de Belastingdienst/Toeslagen.
Kinderopvangtoeslag
Wijzigingen doorgeven bij de Belastingdienst/Toeslagen
Wijzigingen die specifiek zijn op de sluiting van de kinderopvang hoeft u niet door te geven.
Het is belangrijk om de gegevens actueel te houden. Dit geldt bijvoorbeeld voor structurele aanpassingen in de uurprijs of gebruik van kinderopvang.
Regeling NOW en recht op kinderopvangtoeslag
Ouders die gebruik maken van de NOW, behouden het recht op kinderopvangtoeslag.
Invloed gewerkte uren op hoogte kinderopvangtoeslag
Werkt u door het coronavirus minder uren? Dit heeft geen invloed op de hoogte van uw kinderopvangtoeslag. In 2020 blijft het aantal uur waarvoor u aanspraak heeft op kinderopvangtoeslag in stand. Als uw inkomen hierdoor lager is, geef dit dan wel door aan de Belastingdienst/Toeslagen.
Hoop jullie voldoende hiermee te hebben ingelicht.
Groetjes Lavida en de Vissertjes:-)